4 Aanwijzingen voor het programmeren
1-93 Thermistorbron
Option:
[0] *
Geen
[1]
Anal. ingang 53
[2]
Anal. ingang 54
4
[3]
Dig. ingang 18
[4]
Dig. ingang 19
[5]
Dig. ingang 32
[6]
Dig. ingang 33
NB!
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
NB!
Digitale ingangen moeten worden ingesteld op Niet in bedrijf – zie par. 5-1*.
2-10 Remfunctie
Option:
[0]
Uit
[1]
Weerstand rem
[2]
AC-rem
2-11 Remweerstand (ohm)
Range:
50. Ohm*
[5. - 32000. Ohm]
2-12 Begrenzing remvermogen (kW)
Range:
5.000 kW*
[0.001 - 500.000 kW]
48
Functie:
Selecteer de ingang waarop de thermistor (PTC-sensor) moet worden aangesloten. Het is niet mo-
gelijk om een analoge ingang (optie [1] of [2]) te selecteren wanneer de analoge ingang al wordt
gebruikt als referentiebron (ingesteld in Par. 3-15
Referentiebron 3
Par. 3-17
).
Bij gebruik van MCB 112 moet deze parameter altijd zijn ingesteld op
Functie:
Er is geen remweerstand geïnstalleerd.
Er is een remweerstand opgenomen in het systeem om overtollige remenergie als warmte af te
voeren. De aansluiting van een remweerstand laat een hogere DC-tussenkringspanning tijdens het
remmen (generatorwerking) toe. De functie Weerstand rem is alleen actief bij frequentieomvormers
met een ingebouwde dynamische rem.
Wordt geselecteerd om het remmen te verbeteren zonder een remweerstand te gebruiken. Deze
parameter regelt een te hoge magnetisering van de motor wanneer deze met een generatorische
belasting draait. Deze functie kan de OVC-functie verbeteren. Door middel van het verhogen van
het elektriciteitsverlies in de motor kan de OVC-functie het remkoppel verhogen zonder de over-
spanningslimiet te overschrijden. AC-rem is echter niet zo effectief als dynamisch remmen met een
weerstand.
AC-rem is bedoeld voor VVC
+
en flux-modus in regelingen met of zonder terugkoppeling.
Functie:
Stel de weerstandswaarde in ohm in. Deze waarde wordt gebruikt voor het bewaken van het ver-
mogen naar de remweerstand in Par. 2-13
bij frequentieomvormers met een ingebouwde dynamische rem.
Gebruik deze parameter als xxxx moet worden geselecteerd. Gebruik Par. 3-81
tijd
als xxx,xx moet worden gebruikt.
Functie:
Stel de bewakingslimiet in voor het remvermogen dat wordt overgebracht naar de weerstand.
De bewakingslimiet is een product van de maximale werkcyclus (120 s) en het maximale vermogen
van de remweerstand tijdens die werkcyclus. Zie onderstaande formule.
®
MG.33.AC.10 - VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
AutomationDrive FC 300 Bedienings-
Referentiebron 1
Referentiebron 2
, Par. 3-16
Geen
[0].
Bewaking remvermogen
. Deze parameter is alleen actief
handleiding
of
Snelle stop ramp-