4 Aanwijzingen voor het programmeren
4.3 Parameters basissetup
0-02 Eenh. motortoerental
Option:
4
[0]
TPM
[1] *
Hz
0-50 LCP kopiëren
Option:
[0] *
Geen kopie
[1]
Alles naar LCP
[2]
Alles vanaf LCP
[3]
verm.onafh. v. LCP
[4]
File MCO naar LCP
[5]
File LCP naar MCO
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
1-03 Koppelkarakteristiek
Option:
[0] *
Constant koppel
[1]
Variabel koppel
[2]
Auto Energie Optim.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
44
Functie:
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
De weergave op het display hangt af van de instellingen in Par.0-02
Par. 0-03
Regionale instellingen
. De standaardinstelling van Par.0-02
Regionale instellingen
Par. 0-03
hangt af van de geografische regio waarin de frequentieomvormer
is geleverd, maar deze kan indien nodig worden gewijzigd.
NB!
Bij een wijziging van
zet worden naar hun oorspronkelijke waarden. Het wordt aanbevolen om de
eenheid voor het motortoerental in te stellen voordat andere parameters worden
gewijzigd.
Bepaalt dat de parameters voor de motorsnelheid (zoals referenties, terugkoppelingen en begren-
zingen) moeten worden weergegeven op basis van de motorsnelheid (in tpm).
Bepaalt dat de parameters voor de motorsnelheid (zoals referenties, terugkoppelingen en begren-
zingen) moeten worden weergegeven op basis van de uitgangsfrequentie naar de motor (Hz).
Functie:
Hierdoor worden alle parameters in alle setups vanuit het geheugen van de frequentieomvormer
gekopieerd naar het LCP-geheugen.
Hierdoor worden alle parameters in alle setups vanuit het LCP-geheugen naar het geheugen van de
frequentieomvormer gekopieerd.
Hierdoor worden alleen de parameters gekopieerd die niet afhankelijk zijn van het motorvermogen.
De laatste optie kan gebruikt worden om verschillende frequentieomvormers te programmeren voor
dezelfde functie zonder de motorgegevens te verstoren.
Functie:
Selecteer de vereiste koppelkarakteristiek.
VT en AEO zijn beide energiebesparingsopties.
Het afgegeven motorasvermogen produceert een constant koppel bij een variabele snelheidsrege-
ling.
Het motorasvermogen produceert een variabel koppel bij een variabele snelheidsregeling. Stel het
variabele koppelniveau in Par. 14-40
Zorgt voor een automatische optimalisatie van het energieverbruik door de magnetisering en de
frequentie te minimaliseren via Par. 14-41
quentie
.
®
MG.33.AC.10 - VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
AutomationDrive FC 300 Bedienings-
Eenh. motortoerental
Eenh. motortoerental
Eenh. motortoerental
zullen bepaalde parameters terugge-
VT-niveau
in.
Min. magnetisering AEO
en Par. 14-42
handleiding
en
en
Min. AEO-fre-