®
VLT
AutomationDrive FC 300 Bedienings-
handleiding
1-22 Motorspanning
Range:
400. V*
[10. - 1000. V]
1-23 Motorfrequentie
Range:
50. Hz*
[20 - 1000 Hz]
1-24 Motorstroom
Range:
7.20 A*
[0.10 - 10000.00 A]
NB!
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
1-25 Nom. motorsnelheid
Range:
1420. RPM* [100 - 60000 RPM]
NB!
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
NB!
Vier maten kleiner, één maat groter dan het nominale VLT-vermogen.
Functie:
Stel de nominale motorspanning in overeenkomstig de gegevens van het motortypeplaatje. De
standaardwaarde komt overeen met het nominale vermogen van de eenheid.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
Functie:
Min. - max. motorfrequentie: 20 - 1000 Hz.
Stel de motorfrequentie in overeenkomstig de gegevens van het motortypeplaatje. Als er een andere
waarde dan 50 Hz of 60 Hz is ingesteld, is het noodzakelijk om de belastingonafhankelijke instel-
Motormagnetisering bij nulsnelheid
lingen in Par. 1-50
wijzigen. Voor 87 Hz-bedrijf met 230/400 V-motoren stelt u de gegevens van het motortypeplaatje
in voor 230 V/50 Hz. Stel Par. 4-13
voor de 87 Hz-toepassing.
Functie:
Stel de nominale motorstroom in overeenkomstig de gegevens van het motortypeplaatje. Deze ge-
gevens worden gebruikt voor de berekening van koppel, thermische motorbeveiliging en dergelijke.
Functie:
Voer de nominale motorsnelheid in overeenkomstig de gegevens van het motortypeplaatje. Deze
gegevens worden gebruikt voor de berekening van motorcompensaties.
®
MG.33.AC.10 - VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
4 Aanwijzingen voor het programmeren
Model versch.frequentie
tot Par. 1-53
Motorsnelh. hoge begr. [RPM]
en Par.3-03
4
te
Max. referentie
in
41