Hoe aansluiten voor meerdere units
INFORMATIE
Om meerdere units te bedienen, sluit de afstandsbediening
aan op de unit zoals hierboven beschreven. Om alle
andere units met deze bediening te kunnen bedienen, moet
elke volgende unit aangesloten worden op de manier
getoond op de afbeelding hieronder (dit betekent: sluit P1
van de vorige unit aan op P1 van de volgende unit, sluit P2
van de vorige unit aan op P2 van de volgende unit, enz.).
P1
P2
P1
Afstandsbediening
P1
P2
Beperking:
16 printplaten
8.11. Optionele uitrustingen of apparatuur monteren
Om de optionele uitrustingen of apparatuur te monteren, raadpleeg
de montagehandleiding die met de optionele uitrustingen of
apparatuur is meegeleverd of de bijlagen die met deze koeler werden
meegeleverd.
8.12. Elektrische bedrading aansluiten
WAARSCHUWING
Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen uitvoert.
EWAQ016~064BAW + EWYQ016~064BAW
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroep
4PW70082-1D – 2015.05
P2
P1
P2
EWA/YQ016~032 telt als 1 printplaat
EWA/YQ040~064 telt als 2 printplaten
9.
D
E KOELER IN BEDRIJF STELLEN
9.1.
Controleren of de installatie voltooid is
WAARSCHUWING
Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen uitvoert.
Controleer de volgende punten na de installatie van de unit:
1
Lokale bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de in hoofdstuk
"8.10.6. Elektrische voeding en communicatiekabel(s) van de
unit aansluiten" op pagina 16
richtlijnen is uitgevoerd, volgens de bedradingschema's en
volgens de Europese en nationale regelgevingen.
2
Zekeringen en beveiligingen
Controleer of de zekeringen en andere lokaal geïnstalleerde
beveiligingen van de in de tabel
pagina 3
vermelde waarde en type zijn. Controleer of er geen
zekering of beveiliging is overbrugd.
3
Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels correct zijn aangesloten en de
aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
4
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische componenten in de schakelkast en binnenin de unit
zichtbaar zijn.
5
Montage
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het opstarten van de unit.
6
Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
7
Koelmiddellek
Controleer de binnenkant van de unit op koelmiddellekken.
Indien het koelmiddel lekt, tracht de lek te herstellen (aftappen,
herstellen en vacumeren vereist). Indien het voor u onmogelijk is
om zelf reparaties uit te voeren, neem contact op met uw
plaatselijke vertegenwoordiger.
Raak met blote handen enz. geen koelmiddel aan dat uit de
aansluitingen van de koelmiddelleidingen is gelekt.
U kunt daardoor vrieswonden oplopen.
8
Waterlekken
Controleer de binnenkant van de unit op waterlekken. Indien er
een waterlek is, tracht de lek te herstellen. Indien het voor u
onmogelijk is om zelf het lek te herstellen, sluit dan de
watertoevoer en de afsluitkleppen van de wateruitgangen en
neem contact op met uw plaatselijke verdeler.
9
Voedingsspanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
10 Ontluchtingsklep
Zorg ervoor dat het ontluchtingsventiel van de unit open staat
(minstens 2 draaien). Zie
ontluchten)" op pagina
25.
11
Afsluitkleppen
Zorg ervoor dat de afsluitkleppen correct geïnstalleerd zijn en
helemaal open staan.
LET OP
Wanneer u het systeem met gesloten kleppen gebruikt,
wordt de pomp beschadigd!
beschreven instructies en
"Elektrische specificaties" op
"[E-04] Enkel de pomp werkt (om te
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
18