WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich
iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat
werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of
brand. Neem contact op met uw dealer.
ALLEEN een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren.
Storing
Als een beveiliging zoals een zekering,
onderbreker of aardlekschakelaar vaak
in werking treedt, of als de AAN/UIT-
schakelaar NIET goed werkt.
De bedrijfsschakelaar werkt NIET goed. Schakel de voeding UIT.
Als het unitnummer op het display van
de gebruikersinterface staat, het
bedrijfslampje knippert en de
storingscode wordt aangegeven.
Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor
vermelde gevallen, en geen van de vermelde storingen van
toepassing is, volg de volgende procedures om na te gaan wat er
misloopt.
Storing
Koelmiddellek
▪ Het systeem neemt stappen. Schakel de
(foutcode
/
)
voeding NIET UIT.
▪ Verwittig uw installateur en geef hem de
storingscode door.
Indien het systeem
▪ Controleer
helemaal niet werkt.
stroomonderbreking is. Wacht tot de
stroom is hersteld. Als de stroom tijdens
de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de
stroom is hersteld.
▪ Controleer of er geen zekering is
doorgebrand of een onderbreker in
werking is gesteld. Vervang indien nodig
de zekering of reset de onderbreker.
Het systeem werkt wel
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
voor alleen ventileren,
de buitenunit of de binnenunit niet
maar stopt meteen bij
geblokkeerd
het verwarmen of
obstakels en zorg ervoor dat de lucht vrij
koelen.
kan circuleren.
▪ Controleer of
de gebruikersinterface staat. Raadpleeg
de
montagehandleiding
gebruiksaanwijzing.
RXYSA4~6A7V/Y1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P600329-1A – 2020.01
Maatregel
Schakel de hoofdvoeding
UIT.
Verwittig uw installateur
en geef hem de
storingscode door.
Maatregel
of
er
geen
is.
Verwijder
eventuele
op het thuisscherm van
bij
de
binnenunit
geleverde
8 Opsporen en verhelpen van storingen
Storing
Het systeem werkt,
maar koelt of verwarmt
onvoldoende.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle
bovenstaande punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef
hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de unit (met
indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de installatiedatum
(mogelijk vermeld op de garantiekaart).
8.1
Storingscodes: Overzicht
Neem contact op met uw installateur wanneer een storingscode op
het scherm van de gebruikersinterface van de binnenunit staat. Geef
hem de storingscode door, het unittype en het serienummer (deze
laatste twee vindt u op het naamplaatje van de unit).
Hierna vindt u een lijst met storingscodes als referentie. Afhankelijk
van de ernst van de storingscode, kunt u op de AAN/UIT-knop
drukken om de code te resetten. Vraag anders advies aan uw
installateur.
Hoofdcode
Externe beveiliging geactiveerd
De R32-sensor in een van de binnenunits heeft een
en
koelmiddellek gedetecteerd
/
Fout veiligheidssysteem (lekdetectie)
EEPROM-storing (binnenunit)
Storing afvoersysteem (binnenunit)
Storing ventilatormotor (binnenunit)
Storing motor draaiklep (binnenunit)
Storing expansieklep (binnenunit)
Storing afvoer (binnenunit)
Storing stofkamer filter (binnenunit)
Storing capaciteitsinstelling (binnenunit)
Storing transmissie tussen hoofdprintplaat en
subprintplaat (binnenunit)
Storing thermistor warmtewisselaar (binnenunit;
vloeistof)
Storing thermistor warmtewisselaar (binnenunit; gas)
Storing thermistor aanzuiglucht (binnenunit)
Storing thermistor perslucht (binnenunit)
Maatregel
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
de buitenunit of de binnenunit niet
geblokkeerd
is.
Verwijder
obstakels en zorg ervoor dat de lucht vrij
kan circuleren.
▪ Controleer of het luchtfilter niet verstopt
is (zie "Onderhoud" in de handleiding van
de binnenunit).
▪ Controleer de temperatuurinstelling.
▪ Controleer
de
instelling
ventilatorsnelheid
op
gebruikersinterface.
▪ Controleer of er geen deuren of ramen
openstaan. Sluit alle deuren en ramen
om
te
voorkomen
dat
binnenkomt.
▪ Controleer of er niet te veel mensen
aanwezig zijn in de kamer tijdens het
koelen. Controleer of de warmtebron in
de kamer niet te groot is.
▪ Controleer
of
er
geen
rechtstreeks
zonlicht in de kamer schijnt. Gebruik
gordijnen of jaloezieën.
▪ Controleer of de luchtstroomhoek goed
is.
Inhoud
(a)
(a)
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
eventuele
van
de
uw
er
wind
21