4.5.
HEFCONSTRUCTIE
4.5.1
MOTORTOERENTAL
Met de keuzeschakelaar van het
motortoerental kunt u een snelheidsbereik
kiezen voor de bewegingen van de
hefconstructie. Zie hoofdstuk 4.2.2 –
Motortoerental.
Het hoge motortoerental voor de
hefconstructie mag uitsluitend worden
gebruikt wanneer de machine in een gebied
zonder obstakels wordt bediend. Zie
Hoofdstuk 2.3 – Risico van verbrijzeling en
botsing.
We adviseren u het lage toerental te
gebruiken wanneer u een naderende
beweging maakt.
4.5.2
HEFFEN
Vanaf de bedieningspost op de grond
1- Schakel de validatieknop in en houd deze vast.
2- Draai de hendel voor de giek, de arm of de jib omhoog om het betreffende onderdeel te
heffen. Draai de hendel voor de giek, de arm of de jib omlaag om het betreffende onderdeel
te laten zakken.
3- Laat de bedieningshendel of validatieknop los om de beweging te onderbreken.
Vanaf de vaste bedieningspost van het werkplatform
1- Selecteer het gewenste motortoerental.
2- Druk op het validatiepedaal.
3- Draai binnen 10 seconden de hendel/joystick voor de giek, de arm of de jib omhoog om het
betreffende onderdeel te heffen of omlaag om het betreffende onderdeel te laten zakken.
De bewegingssnelheid van de arm is evenredig aan de beweging van de joystick.
4- Als u de beweging wilt onderbreken, zet u de joystick in neutrale stand om de snelheid te
verlagen en laat u het validatiepedaal los.
Het heffen/laten zakken van de giek 1 leidt tot het inschuiven/uitschuiven van de lage
telescooparm. Bij het heffen zijn er twee fasen. Tijdens de eerste fase schuiven de giek 1 en
de lage telescooparm tegelijkertijd uit, totdat de sensor van de telescooparm een signaal
ontvangt en de giek 1 de maximaal toegelaten hoek bereikt heeft. Vervolgens schuift de
lage telescooparm uit tot hij zijn maximale slag bereikt heeft. Tijdens het dalen van de giek
1 vindt hetzelfde schema plaats in de tegengestelde richting (inschuiven lage telescooparm
en inschuiven lage telescooparm en laten zakken giek 1).
Als de beweging heffen/laten zakken van de giek 1 gestopt wordt voor het einde van een
van de fases en vervolgens hernomen wordt, zal de beweging daar hervat worden waar
deze gestopt was.
40
BEDIENINGS- EN VEILIGHEIDSHANDLEIDING
-OPMERKING-
GEVAAR
HEF HET PLATFORM UITSLUITEND
ALS
DE
MACHINE
GELIJKMATIGE,
HORIZONTALE
ONDERGROND STAAT.
WANNEER HET SCHEEFSTANDALARM
AFGAAT,
DIENT
TELESCOOPARM IN TE SCHUIVEN EN
HET PLATFORM TE LATEN ZAKKEN.
GEBRUIK DE BEDIENINGSORGANEN
VAN DE BEDIENINGSPOST OP DE
GROND
NIET
PERSONEEL
OP
BEVINDT,
BEHALVE
NOODGEVALLEN.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
HOOFDSTUK
2
HANDLEIDING.
1NO0040NL-01 Mygale 23
www.duma-rent.com
OP
EEN
STEVIGE,
EN
VLAKKE
U
DE
WANNEER
ZICH
HET
PLATFORM
IN
RAADPLEEG
DE
VAN
VAN
DEZE