Offset-waarde instellen
Met CAL kan een eenpuntskalibratie worden uitgevoerd voor de
geselecteerde sensorweergaven. Alle sensoren zijn al vanuit de
fabriek gekalibreerd en beschikken over de betreffende fabrieks-
kalibratiekarakteristiek. Bij eenpuntskalibratie wordt door het
opgeven van een compensatiewaarde (offset) een globale kaliba-
tiecurveverschuiving uitgevoed, die werkt over het gehele meet-
bereik! De in te voeren offset is de waarde waarmee de
kalibatiecurve wordt verschoven.
Voorbeeld:
Weergegeven waarde altijd 5 te hoog => wijziging van de offset
voor dit meetkanaal naar -5.
Vanuit de fabriek staat de offsetwaarde op 0.0.
Een wijziging van de offsetwaarde zorgt voor een automatische
reset van de meetwaarden.
1. Kies in de instelmodus de indicatie CAL (16).
2. Druk op de OK-toets (10).
3. Druk op de omhoog- (7) of omlaag-toets (9) voor het in- en
uitschakelen van de offsetwaarde.
– In de bovenste meetwaardeweergave (14) verschijnt de in-
dicatie on of off.
4. Druk op de rechts/terug-toets (8).
– Het offsetwaarde wordt naar keuze in- of uitgeschakeld.
– De onderste meetwaardeweergave (15) knippert.
5. Druk op de links/menu-toets (11) of rechts/terug-toets (8),
voor het kiezen van een cijfer.
– Het gekozen cijfer knippert.
6. Druk op de omhoog- (7) of omlaag-toets (9) voor het wijzigen
van de waarde van het gekozen cijfer.
7. Herhaal stappen 5. en 6., tot de gewenste waarde is inge-
steld.
8. Druk ca. 2 seconden op de OK-toets (10).
– De offset-waarde is ingesteld.
– Het apparaat schakelt om naar de meetmodus.
– Bij ingestelde offsetwaarde brandt op het display de indica-
tie CAL (16).
7
Meetmodus
1. Druk op de rechts/terug-toets (8) of links/menu-toets (11),
tot de gewenste meetmodus wordt weergegeven.
– De gekozen meetmodus (13) wordt op het display (1)
weergegeven.
– De actuele meetwaarde wordt op de onderste
meetwaardeweergave (15) weergegeven.
– De waarden in de meetmodi AVG, MIN, MAX en HOLD wor-
den op de bovenste meetwaardeweergave (14) weergege-
ven.
Het apparaat heeft de volgende meetmodi:
Meetmodus
ACT
AVG
MIN
MAX
HOLD
Meetwaarde vasthouden
1. De meetmodus instellen op HOLD.
– De actuele meetwaarde wordt vastgehouden en weerge-
geven.
– Het apparaat zal deze waarde vasthouden, tot de meet-
waarden worden gereset of het apparaat wordt uitgescha-
keld.
Meetwaarden resetten
1. Druk ca. 2 seconden op de OK-toets (10).
– Alle eerder vastgelegde meetwaarden in de meetmodi AVG,
MIN, MAX en HOLD worden gereset.
– Alle meetwaarden worden op basis van de op de achter-
grond doorlopende meting opnieuw bepaald.
Meetwaarde opslaan
Houd er rekening mee dat het opslaan van meetwaarden op het
apparaat zelf niet mogelijk is. Voor het opslaan van meetwaarden
moet het apparaat via een USB-kabel op een PC met de software
MultiMeasure Studio zijn aangesloten.
1. Druk kort op de OK-toets (10).
– De weergegeven meetwaarde wordt opgeslagen in de soft-
ware.
Meer informatie kunt u vinden in de helptekst van de
MultiMeasure Studio software.
Bedieningshandleiding – Materiaalvochtigheids-meetapparaat T610
TH
IR
DP
CFG
HOLD
MAX
MIN
AVG
ACT
%WT
CM
m/s
ppm °F °C
3
g/m
g/kg gr/lb dp °C °F % rH
Beschrijving
Meetwaarde in realtime
Gemiddelde waarde van meting sinds inschakelen
Laagste gemeten waarde
Hoogste gemeten waarde
Meetwaarde wordt vastgehouden
13
14
15
NL