• Om door variërende materiaaldikten, resp. -ongelijkmatighe-
den veroorzaakte meetfouten te minimaliseren, wordt aanbe-
volen een zo fijnmazig mogelijke rastermeting over het
gehele meetoppervlak uit de voeren.
Radius:
10 tot 15 cm
• Met microgolfveld van de sensor heeft een duidelijke zijde-
lingse uitbreiding. Er moet een minimale afstand worden
aangehouden ten opzichte van de begrenzingen aan de zij-
kanten van het meetgoed, omdat anders vervalsing van de
meetwaarden kan ontstaan. Het meetvolume kan vereenvou-
digd worden beschouwd als een cilinder met een radius van
10 tot 15 cm. De minimale afstand ten opzichte van de zij-
kanten van het meetgoed moet daarom 10 cm zijn.
• Een vochtigheidsmeting met een kleinere afstand ten opzich-
te van de zijkant van het meetgoed kan tot vervalsing van de
meetwaarde leiden.
• Voor een veelzeggende en nauwkeurige meting met de mi-
crogolf-sensor moet gewaarborgd zijn dat het betreffende
meetvolume groot genoeg is.
• De meetwaarden moeten worden geïnterpreteerd als relatie-
ve waarden, omdat met het microgolfproces een onderscheid
tussen droge en vochtige bouwmaterialen kan worden ge-
maakt.
• Het hoofdgebruik ligt bij vergelijkende metingen bij hetzelfde
bouwmateriaal of dezelfde bouwonderdelen. Afhankelijk van
de weergavewaarde kunnen vochtige zones worden bepaald
en begrensd.
• Een meting via het microgolfproces is ook geschikt voor in-
specties bij waterschade en voor het lokaliseren van lekk-
ages.
• Bevat het meetgoed netaal (bijv. buizen, leidingen, wapening,
stucstrips), stijgt de meetwaarde met een sprong. Door de
dieptewerking is het apparaat daarom ook geschikt voor het
lokaliseren van metalen voorwerpen, evenals wapening.
9
• Door de hierboven beschreven samenhang tussen materiaal-
dichtheid en de diëlektrische constante van bouwmaterialen,
kunnen bij meerschalige constructies en bij meerdere mate-
riaaldichtheden binnen de vloer- en wandzones verschillen in
de weergavewaarden ontstaan. Om interpretatiefouten van
de meetwaarden te voorkomen, moeten daarom clusterme-
tingen worden uitgevoerd. Hierbij worden in een omtrek van
20 cm minimaal vijf verschillende dieptemetingen uitgevoerd
en wordt op basis van deze individuele resultaten een gemid-
delde waarde bepaald. Deze waarde vormt zo een vergelij-
kingswaarde voor de andere clustermeetlocaties.
• Voor een meer nauwkeurige analyse van homogene materia-
len (metselwerk dikker dan 30 cm) wordt een clustermeting
aanbevolen. Hierbij zijn metingen binnen een omtrek van 15
cm doorgaans voldoende als beoordelingsbasis.
PC-Software
Gebruik de PC-software MultiMeasure Studio Standard (gratis
standaardversie) of MultiMeasure Studio Professional (betaalde
professionele versie, dongle nodig), voor een gedetailleerde ana-
lyse en visualisatie van uw meetresultaten. Alleen met deze
PC-software en een TROTEC
alle configuratie-, visualisatie- en functiemogelijkheden van het
apparaat worden gebruikt.
Installatievoorwaarden
Zorg dat aan de volgende minimale voorwaarden voor het instal-
leren van de PC-software MultiMeasure Studio Standard of Mul-
tiQube Studio Professional is voldaan:
• Ondersteunde besturingssystemen (32 of 64 bit-versie):
– Windows XP vanaf service pack 3
– Windows Vista
– Windows 7
– Windows 8
• Software-eisen:
– Microsoft Excel (voor weergave van de opgeslagen
Excel-documenten)
– Microsoft .NET Framework 3.5 SP1 (wordt indien nodig tij-
dens het installeren van de PC-software meegeïnstalleerd)
• Hardware-eisen:
– Processorsnelheid: min. 1,0 GHz
– USB-aansluiting
– Internetaansluiting
– min. 512 MB werkgeheugen
– min. 1 GB harde schijfruimte
– Optioneel: TROTEC
bruik van de professionele versie van de PC-software
Bedieningshandleiding – Materiaalvochtigheids-meetapparaat T610
®
USB-dongle (Professional) kunnen
®
USB-dongle (Professional) voor ge-
NL