–
Bron is: Bovenste lade
–
Afdrukkwaliteit: Normaal of Beste
3.
Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Gebruik de helpfunctie
dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
Transparanten
Richtlijnen
Zorg dat u de capaciteit van de invoerlade niet overschrijdt: 30 transparanten.
Het afdrukken voorbereiden
1.
Controleer of de printer aan staat.
2.
Til de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade.
3.
Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider
naar voren.
4.
Plaats de transparanten in de invoerlade.
Het papier moet met de afdrukzijde omlaag liggen en de zelfklevende strip met de
afdrukzijde omhoog, in de richting van de printer.
5.
Duw de transparanten voorzichtig in de printer totdat deze niet verder kunnen, zodat
de zelfklevende strips niet aan elkaar kleven.
6.
Schuif de papiergeleiders stevig tegen de transparanten.
7.
Klap de uitvoerlade omlaag.
Afdrukken
1.
Open het dialoogvenster
2.
Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
3.
Klik in de vervolgkeuzelijst Wat wilt u doen? op Presentatie afdrukken en geef de
volgende afdrukinstellingen op:
–
Papiersoort: Automatisch of klik op Meer en kies een geschikte soort
transparant.
–
Papierformaat: een geschikt papierformaat
–
Papierbron: Bovenste lade
Gebruikershandleiding
Wat is dit?
voor meer informatie over de functies in het
Eigenschappen voor
printer.
81