Let op
dit het geval is, gaat u naar
De telefoonnummers voor ondersteuning staan vermeld in de naslaggids die bij
de printer is geleverd of op www.hp.com/support.
Als de printer geen losse of kapotte onderdelen bevat, volgt u deze stappen op:
1.
Verwijder eventuele belemmeringen, zoals verpakkingstape of -materialen, die
voorkomen dat de inktpatronen heen en weer kunnen schuiven.
2.
Controleer of de inktpatronen stevig in de inktpatroonhouder zijn geïnstalleerd.
3.
Controleer of de driekleurenpatroon in de linkerkant van de houder is
geïnstalleerd
4.
Controleer of de printer
5.
Trek de printerkap naar beneden.
6.
Sluit het netsnoer weer op de achterzijde van de printer aan en zet de printer aan.
–
Als het lampje Doorgaan niet knippert, gaat u door met het afdrukken van het
document.
–
Als het lampje Doorgaan knippert, drukt u op de knop Doorgaan.
Als het lampje blijft knipperen, voert u de stappen opnieuw uit.
Problemen met inktpatronen
Onjuiste inkpatroon
De printer kan alleen afdrukken als de juiste inktpatronen zijn geïnstalleerd. Als een
foutbericht over inktpatronen wordt weergegeven, kunnen één of beide inktpatronen niet
in de printer worden gebruikt. Het lampje voor de inktpatroonstatus geeft aan welke
inktpatroon onjuist is.
U controleert als volgt of u de juiste inktpatronen gebruikt:
1.
Open de printerkap.
2.
Lees het selectienummer op het label van de inktpatroon.
1 Selectienummer
2 Garantiedatum
3.
Raadpleeg de lijst met inktpatronen die in de printer kunnen worden gebruikt.
a.
Open de
Gebruikershandleiding
Controleer eerst of er losse of kapotte onderdelen in de printer zitten. Als
www.hp.com/support
en de fotopatroon in de rechterkant van de houder is geïnstalleerd.
vastgelopen papier
Werkset
van de printer.
of neemt u contact op met HP.
bevat en verwijder dit.
127