Opnamen maken – geavanceerde functies
1
Selecteer in
het menu
[
(Instellen)]
de optie
(Beeld
omkeren).
Zie Menu's en
instellingen
selecteren (p. 65).
2
Selecteer [Aan] en druk op
de knop MENU.
Als deze functie is ingeschakeld, verschijnt er
in de rechterbovenhoek van het LCD-scherm
een pictogram dat de stand van de camera
aangeeft. Dit is alleen het geval als de
informatieweergave is ingeschakeld.
Rechterkant beneden
Linkerkant beneden
90
Normaal
Weergeven – geavanceerde functies
Wanneer de camera recht omhoog of
recht omlaag wijst, werkt deze functie
mogelijk niet naar behoren. Controleer
of de pijl
in de juiste richting wijst.
Is dit niet het geval, zet dan de functie
Beeld omkeren [Uit].
Zelfs als de functie Beeld omkeren [Aan]
staat, hangt de stand van de beelden die
u naar een computer downloadt af van
de software waarmee u ze downloadt.
Wanneer u de camera bij het maken van
opnamen verticaal houdt, bepaalt de
intelligente sensor dat de bovenkant
'boven' is en de onderkant 'onder'.
Vervolgens worden de optimale
witbalans en belichting voor verticale
fotografie ingesteld. Deze instellingen
worden bepaald ongeacht de status van
de functie Beeld omkeren.
Wanneer u de stand van de camera
wijzigt (van horizontaal naar verticaal of
omgekeerd), kunt u wat geluid horen
van de sensor. Dit is geen defect.