1
Selecteer
* (Auto) in het
menu FUNC.
Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 64).
* De huidige instelling wordt weergegeven.
2
Selecteer
(Custom) met behulp van
de pijltoetsen
3
Richt de camera op
een stuk wit papier,
een witte doek of een
grijze kaart en druk
op de knop SET.
Zorg ervoor dat het witte papier of de doek het
frame in het midden van het LCD-scherm of de
zoeker helemaal vult. Druk vervolgens op de knop
SET. De camera bepaalt de witbalans op het
moment dat u de knop SET indrukt.
U kunt direct nadat u de witbalans hebt ingesteld de
opname maken. Na de opname wordt het menu
opnieuw weergegeven, zodat u de instellingen
eenvoudig kunt wijzigen.
4
Druk op de knop FUNC.
en
.
Opnamen maken – geavanceerde functies
Sommige instellingen zijn in bepaalde
opnamemodi niet beschikbaar. Zie
Beschikbare functies in de verschillende
opnamemodi (p. 159).
Als u een aangepaste witbalans wilt instellen
en gebruiken, kunt u het beste de
opnamemodus
selecteren en de
belichtingscompensatie instellen op nul (±0).
U kunt de witbalans mogelijk niet goed
instellen als de belichting onjuist is (het beeld
is volledig zwart of wit).
Het is ook raadzaam om het LCD-scherm
te gebruiken voor de compositie van de
opname en om in te zoomen tot de maximale
telelensinstelling. In dit geval zet u de digitale
zoomfunctie in op [Uit].
In de modus
kunt u de witbalans niet
bepalen. U moet daarom eerst de witbalans
instellen in een andere opnamemodus.
Maak de opname met dezelfde instellingen
als tijdens het bepalen van de witbalans.
Als u de instellingen wijzigt, is de witbalans
mogelijk niet optimaal ingesteld. Met name
de volgende instellingen mogen niet worden
gewijzigd.
83