Opnamen maken met handmatige
scherpstelling
U kunt handmatig scherpstellen.
1
Druk op de knop DISP. om het
LCD-scherm in te schakelen.
2
Druk op de knop MF
tot het pictogram
wordt weergegeven.
De
-indicator verschijnt.
De waarden van de
indicator zijn bij benadering.
Gebruik deze waarden alleen
als richtlijn bij het maken van
opnamen.
Als u in de modi
,
drukt, kunt u schakelen tussen de sluitertijd,
diafragmawaarde en MF-indicator. (Er verschijnt
een groene pijl
naast de geselecteerde optie.)
-
-indicator
of
op de knop SET
Opnamen maken – geavanceerde functies
3
Stel de camera scherp met behulp van
de pijltoetsen
opname.
Stel de camera scherp door op de pijltoetsen
of
te drukken totdat het beeld scherp op het
LCD-scherm verschijnt.
Als u nogmaals op de knop MF drukt, wordt de
handmatige scherpstelling geannuleerd.
U kunt de handmatige scherpstelling gebruiken
voor een macrobrandpuntsafstand van 5-46 cm
bij maximale groothoek en een afstand van
26-46 cm bij maximale telelens. In dit geval
wordt de precisie-instelling gebruikt.
U kunt de maateenheden voor de MF-indicator
wijzigen (p. 71).
De functie Beeld omkeren instellen
Deze camera is uitgerust met een intelligente sensor
die beelden die gemaakt zijn met de camera in
verticale stand herkent en automatisch draait zodat
ze correct worden weergegeven op het display.
U kunt deze functie in- en uitschakelen.
en
en maak de
89