Opnamen maken – basisprocedures
5
Druk de sluiterknop
half in.
De camera beschikt over een
sluiterknop die in twee fasen
kan worden bediend.
Half indrukken
Als u de knop half indrukt,
worden de belichting en
scherpstelling automatisch
geregeld.
• Wanneer de camera de benodigde metingen heeft
verricht, hoort u twee piepjes. Het lampje naast de
zoeker brandt groen of oranje. Als het LCD-scherm is
ingeschakeld, wordt het AF-frame groen weergegeven.
• Als het onderwerp zich moeilijk laat scherpstellen,
knippert het lampje naast de zoeker geel en klinkt
één piepje.
6
Druk de sluiterknop
helemaal in.
Volledig indrukken
Als u de knop volledig indrukt,
wordt de sluiter ontgrendeld.
34
• Nadat de opname is gemaakt, hoort u het sluitergeluid.
Beweeg de camera pas als u dit geluid hebt gehoord.
• Als de camera bezig is met het wegschrijven van
gegevens naar de CF-kaart, knippert het lampje naast
de zoeker groen.
• Het beeld wordt ongeveer twee seconden op het
LCD-scherm weergegeven (als het scherm is
ingeschakeld).
Op pagina 159 vindt u een overzicht van de
instellingen die u in deze modus kunt wijzigen.
Met de functie Bekijken kunt u aangeven of
beelden na het maken van de opname op het
LCD-scherm moeten worden weergegeven,
en zo ja, hoe lang (p. 36).
Als het oranje of gele indicatielampje knippert
wanneer u de knop half indrukt, kunt u de knop
toch volledig indrukken om de opname te maken.
Beelden worden eerst in het interne geheugen van
de camera opgeslagen voordat ze op de CF-kaart
worden vastgelegd. Daardoor kunt u direct de
volgende opnamen maken, zolang er voldoende
ruimte beschikbaar is in het interne geheugen.
Het geluidssignaal en het sluitergeluid kunt u
in- en uitschakelen in het menu Instellen (p. 69).