3.3 DIN-norm afscheider
Montage
De KESSEL-vetafscheiderinstallatie EasyClean Modular
wordt bedrijfsklaar geleverd.
Iedere tank is afzonderlijk op een pallet verpakt. Montagema-
teriaal en accessoires zijn meeverpakt op pallets, in sommige
gevallen ook in de tanks.
ATTENTIE:
Vanwege de ligging van het zwaartepunt van het opzet-
stuk worden de tanks ondersteboven geleverd. Zij moe-
ten voor inbouw rechtop worden gezet.
Neem a.u.b. de instructies op de verpakking in acht!
De vetafscheider wordt vastgeschroefd geleverd. Mocht het
nodig worden, kan de installatie gedemonteerd worden. De
losse onderdelen kunnen dan probleemloos worden getrans-
porteerd.
Vervolgens wordt de installatie als volgt weer opgebouwd.
Vetafscheider NS 1 en NS 2:
1. Bodemgedeelte opstellen en horizontaal uitlijnen (zie afb. 1).
2. Profielafdichting vlekkeloos in de afdichtgroef leggen.
3. Slibvanger inpassen in de uitsparing in het bodemgedeelte
(zie afb. 3).
4. De overloop van de slibvanger uitlijnen in de afvoerrichting
(zie afb. 4).
5. Bovengedeelte op het ondergedeelte zetten. Er moet hierbij
worden opgelet dat de leiplaat in het bovengedeelte in de
uitsparing in de slibvanger wordt gepast (zie afb. 5). Er moet
worden gecontroleerd of de profielafdichting correct zit en
indien nodig moet dit worden gecorrigeerd.
6. Vervolgens het bovengedeelte conform de afbeeldingen
kruislings op het ondergedeelte vastschroeven (zie afb. 6
a/b/c).
7. De dompelpijp moet van boven door de dekselopening
worden ingebracht en in de houder op het bodemgedeelte
worden gepast. Vervolgens wordt hij van binnen op de af-
voerbuis geschoven, die van tevoren is ingevet (zie afb. 7).
8. Profiel-lipafdichting in de afdichtingsgroef van het boven-
gedeelte leggen. Vervolgens het opzetstuk met afdekplaat
in het bovengedeelte plaatsen (zie afb. 8).
Inbouw
Vetafscheider NS 4:
1. De bodemgedeelten opstellen en horizontaal uitlijnen (zie
afb. 1).
2. Profielafdichtingen vlekkeloos in de afdichtgroef leggen.
Bij NS 4 opletten dat voor de twee verschillende tankdia-
meters afdichtingen met verschillende grootte aanwezig
zijn (zie afb. 2).
3. Bovengedeelte op het ondergedeelte zetten.
4. Vervolgens het bovengedeelte conform de afbeeldingen
kruislings op het ondergedeelte vastschroeven (zie afb. 6
a/b/c).
5. De dompelpijp moet van boven door de dekselopening van
de vetafscheidertank worden ingebracht en in de houder
op het bodemgedeelte worden gepast. Vervolgens wordt
hij van binnen op de van tevoren ingevette afvoerbuis ge-
schoven (zie afb. 7).
6. Profiel-lipafdichting in de afdichtingsgroef van het boven-
gedeelte leggen. Vervolgens het opzetstuk met afdekplaat
in het bovengedeelte plaatsen (zie afb. 8).
7. Er moet worden gecontroleerd of de af fabriek in de PE-bui-
zen geplaatste metalen steunringen correct zitten en indien
nodig moet dit worden gecorrigeerd. De buitenkant van de
steunringen moet gelijk liggen met de buitenkant van de
toe- en afvoerbuis.
8. De slibvanger- en afscheidingstank in de voorbereide bou-
wput zetten en koppelen met bijgevoegde spanmof (zie
maattekening en afb. 9).
Attentie a.u.b.:
Van het weer afhankelijke invloeden of afkoeling van de
tank tijdens de installatiefase (door vulling met koud water),
kunnen bij waterreservoirs, in de grond ingebouwde af-
scheiders en kleine zuiveringsinstallaties leiden tot van de
catalogusopgaven afwijkende afmetingen. Controleer daa-
rom vóór de installatie met name de hoogteopgaven op hun
werkelijke afmeting.
43