4.1 Installatie bedrijfsklaar maken
Voordat vethoudend afvalwater wordt toegevoerd, moet de
installatie
- Volledig worden gereinigd (inclusief toe- en afvoer); vaste
en grove stoffen moeten worden verwijderd.
- De gereinigde installatie moet met koud water tot de
overloop ervan worden gevuld (dit vervalt natuurlijk
wanneer de tanks van tevoren op dichtheid zijn gecont-
roleerd en het water niet weggepompt is).
4.2 Instructie, oplevering
De inbedrijfstelling en instructie wordt in de regel door een
installateur uitgevoerd, maar kan desgewenst ook op re-
kening door een door KESSEL gemachtigde worden uit-
gevoerd.
1. De volgende personen dienen aanwezig te zijn bij de
oplevering:
- de namens de opdrachtgever gerechtigde persoon voor
keuring
- de sanitairinstallateur
Verder adviseren wij de deelname van het
- bedieningspersoneel
- afvalverwerkingsbedrijf
2. Voorbereiding op instructie en oplevering:
Inbedrijfstelling
- De sanitaire installaties moeten uitgevoerd zijn
- De installatie moet bedrijfsklaar met water zijn gevuld
3. Instructie:
- De installatie controleren op dichtheid, transport- en
montageschade, en controle van de leidingkoppelingen
- Praktijkdemonstratie van de bedieningsmogelijkheden
4. Overdracht van de inbouw- en bedieningshandleiding
5. Opmaking van het opleveringsprotocol.
Na beëindiging van de instructie moet de installatie weer in
bedrijfsklare staat worden gezet.
Het opleveringsdocument wordt door uw servicepartner ter
beschikking gesteld.
47