8.3 UPLOADEN VAN GEGEVENS
Het is mogelijk om via de PATManager software gegevens vanuit de software in
de tester te UPLOADEN. Het gaat hierbij om Testinstellingen, Locaties,
Afdelingen of de complete objectgegevens van een apparaat.
LET OP: elke upload overschrijft de vorig. Als er locaties worden geupload
worden de eerder geuploade locaties overschreven. Als u objecten upload
worden de eerdere geuploade objecten overschreven.
Voer de volgende handelingen uit om gegevens van de PATManager software
naar het geheugen van het testapparaat te kunnen uploaden:
1.
Sluit de seriële poort van het testapparaat met een 9-9- of 9-25-wegskabel
voor serieel downloaden op de juiste poort van de PC aan. Zie bijlage 2
voor de onderdeelnummers.
2.
Selecteer de optie "AFSTANDBEDIENING" in het hoofdmenu. Na de
selectie is het testapparaat gereed om gegevens te accepteren die
gedownload dienen te worden.
3.
Volg de instructies op van de software om met het testapparaat te
communiceren. Als de communicatie op gang is gebracht, zal de software
het aantal te versturen tests aangeven. De software en het testapparaat
zullen in een bericht aangeven dat de overdracht is voltooid.
4.
Druk na afloop op de toets "AFBREKEN" en keer naar het hoofdmenu
terug.
-
Het maximaal aantal locaties is 19
-
Het maximaal aantal afdelingen is 49
-
Het maximaal aantal objecten ligt tussen de 700 a 800
(afhankelijk van de bijbehorende instellingen)
Het is niet mogelijk om te bekijken welke objecten er zijn geen
geupload. Wel de locaties en de afdelingen.
LET OP:
LET OP:
59
Rev 007