Telefoneren
>
Voer met de cijfertoetsen van uw handset een telefoonnummer in.
Let er op, dat u bij gesprekken via VoIP bij lokale gesprekken eventueel ook het regionummer
moet invoeren (afhankelijk van de provider).
Druk op de verbindingstoets c.
>
>
Als u aan de handset een vaste uitgaande lijn heeft toegewezen, (standaardtoewijzing: vast
telefoonnet), dan wordt het nummer via deze uitgaande lijn gekozen.
Of
>
Als u aan de handset de Kies bij elke opr heeft toegewezen, wordt op het display de lijst met
lijnen van uw telefoon weergegeven (Vaste lijn, IP1, ...).
Selecteer een uitgaande lijn en druk op de verbindingstoets c, het nummer wordt via de
>
geselecteerde uitgaande lijn gekozen.
Telefoneren
19