5 Algemene specificaties
Max. klembelasting (AC-1)
Max. klembelasting (AC-15)
Max. klembelasting (DC-1)
Max. klembelasting (DC-13)
Min. klembelasting op 1-3 (NC), 1-2 (NO), 4-6 (NC), 4-5 (NO)
Omgeving volgens EN 60664-1
1) IEC 60947 deel 4 en 5
De relaiscontacten zijn galvanisch gescheiden van de rest van het circuit door middel van versterkte isolatie (PELV).
2) Overspanningscategorie II
3) UL-toepassingen 300 V AC 2 A
Kabellengte en -dwarsdoorsnede voor stuurkabels*:
Max. lengte motorkabel, afgeschermd
Max. lengte motorkabel, niet afgeschermd
5
Maximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame/stijve kabel zonder kabelmoffen
Maximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame draad met kabelmoffen
Maximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame draad met kabelmoffen en kraag
Minimale kabeldoorsnede naar stuurklemmen
* Voedingskabels; zie de tabellen in de sectie Elektrische gegevens in de Design Guide voor meer informatie.
Elektrische gegevens
Zie de sectie
Stuurkaartprestaties:
Scan-interval
Stuurkarakteristieken:
Resolutie van uitgangsfrequentie bij 0-1000 Hz
Herhalingsnauwkeurigheid van
Systeemresponstijd (klem 18, 19, 27, 29, 32, 33)
Bereik snelheidsregeling (zonder terugkoppeling)
Bereik snelheidsregeling (met terugkoppeling)
Nauwkeurigheid van snelheid (zonder terugkoppeling)
Snelheidsnauwkeurigheid (met terugkoppeling), afhankelijk van de resolutie van de terugkoppelingsbron
Alle stuurkarakteristieken zijn gebaseerd op een 4-polige asynchrone motor
Omgeving:
Behuizing
Triltest
Max. relatieve vochtigheid
Agressieve omgeving (IEC 60068-2-43) H
3)
Omgevingstemperatuur
1) Alleen voor ≤ 3,7 kW (200-240 V), ≤ 7,5 kW (400-480/500 V)
2) Als behuizingsset voor ≤ 3,7 kW (200-240 V), ≤ 7,5 kW (400-480/500 V)
3) Reductie wegens hoge omgevingstemperatuur; zie speciale omstandigheden in de Design Guide
Minimale omgevingstemperatuur tijdens volledig bedrijf
Minimale omgevingstemperatuur bij gereduceerd bedrijf
Temperatuur tijdens opslag/transport
Maximumhoogte boven zeeniveau zonder reductie
Reductie wegens grote hoogte; zie speciale omstandigheden in de Design Guide
EMC-normen, emissie
EMC-normen, immuniteit
Zie Speciale omstandigheden in de Design Guide.
96
1)
op 4-6 (NC) (resistieve belasting)
1)
op 4-6 (NC) (inductieve belasting bij cos φ 0,4)
1)
op 4-6 (NC) (resistieve belasting)
1)
op 4-6 (NC) (inductieve belasting)
in de VLT AutomationDrive Design Guide, MG.33.Bx.yy, voor meer informatie.
Precisiestart/stop
(klem 18, 19)
S-test
2
MG.33.AE.10 – VLT
®
VLT
AutomationDrive FC 300 Bedienings-
overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 2
FC 301: 50 m / FC 301 (A1): 25 m/ FC 302: 150 m
FC 301: 75 m / FC 301 (A1): 50 m / FC 302: 300 m
IP 20
1)
/Type 1, IP 21
5% tot 93% (IEC 721-3-3; klasse 3K3 (niet condenserend) tijdens bedrijf
Max. 50 °C (gemiddelde over 24 uur max. 45 °C)
EN 61000-4-2, EN 61000-4-3, EN 61000-4-4, EN 61000-4-5, EN 61000-4-6
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
handleiding
240 V AC, 2 A
240 V AC, 0,2 A
50 V DC, 2 A
24 V DC, 0,1 A
24 V DC 10 mA, 24 V AC 20 mA
1,5 mm
2
/16 AWG
1 mm
2
/18 AWG
0,5 mm
2
/20 AWG
0,25 mm
2
/ 24 AWG
FC 301: 5 ms / FC 302: 1 ms
± 0,003 Hz
≤ ± 0,1 ms
≤ 2 ms
1:100 van synchrone snelheid
1:1000 van synchrone snelheid
30-4000 tpm: fout ± 8 tpm
0-6000 tpm: fout ± 0,15 tpm
2)
/Type 1, IP 55/Type 12, IP 66
1,0 g
klasse Kd
0 °C
- 10 °C
-25 tot +65/70 °C
1000 m
EN 61800-3, EN 61000-6-3/4, EN 55011
EN 61800-3, EN 61000-6-1/2,