Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Bedieningshandleiding pagina 65
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300:
- Handleiding (283 pagina's) ,
- Programmeerhandleiding (233 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (143 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
®
VLT
AutomationDrive FC 300 Bedienings-
handleiding
[20]
Uitgang vasth.
[21]
Snelh. omh.
Snelheid ongewijzigd
Verlaagd met %-waarde
Verhoogd met %-waarde
Verlaagd met %-waarde
[22]
Snelh. omlaag
[23]
Setupselectie bit 0
[24]
Setupselectie bit 1
[26]
Precisiestop inv
[27]
Precisiestart, stop
[28]
Versnell.
[29]
Vertragen
[30]
Telleringang
[32]
Pulsingang
[34]
Ramp bit 0
[35]
Ramp bit 1
De motorfrequentie (Hz) wordt vastgehouden en is nu het inschakelpunt/de voorwaarde voor het
gebruik van Snelh. omh. en Snelh. omlaag. Als
snelheidsverandering altijd ramp 2 (Par. 3-51
Motorfrequentie
in het bereik 0 - Par. 1-23
NB!
Als Uitgang vasth. actief is, kan de frequentieomvormer niet gestopt worden via
een laag 'start [8]'-signaal. De frequentieomvormer wordt gestopt via een klem
die is ingesteld op Vrijloop geïnv. [2] of Vrijloop & reset inv.
Selecteer Snelh. omh. en Snelh. omlaag als digitale besturing voor het verhogen/verlagen van de
snelheid is gewenst (motorpotentiometer). Selecteer Ref. vasthouden of Uitgang vasth. om deze
functie te activeren. Als Snelh. omh./omlaag korter dan 400 ms wordt geactiveerd, wordt de totale
referentie verhoogd/verlaagd met 0,1%. Als Snelh. omh./omlaag langer dan 400 ms wordt geacti-
veerd, zal de totale referentie de instelling in aan/uitloopparameter 3-x1/3-x2 volgen.
Vergelijkbaar met Snelh. omh. [21].
Selecteer Setupselectie bit 0 of Selectiesetup bit 1 om een van de vier setups te selecteren. Stel
Par. 0-10
Actieve setup
in op Multi setup.
(standaard digitale ingang 32): zie Setupselectie bit 0 [23].
Verlengt het stopsignaal om een snelheidsonafhankelijke precisiestop te geven.
Verzendt een geïnverteerd stopsignaal wanneer de precisiestopfunctie is geactiveerd in
Precisiestopfunctie
Par. 1-83
.
De functie Precisiestop inv is beschikbaar voor klem 18 of 19.
Gebruik deze wanneer Prec.stop met uitloop [0] is geselecteerd in par. 1-83.
Verhoogt de procentuele (relatieve) referentiewaarde die ingesteld is in Par. 3-12
trag.-waarde
.
Verlaagt de procentuele (relatieve) referentiewaarde die ingesteld is in Par. 3-12
waarde
.
De precisiestopfunctie in Par. 1-83
compenseerde tellerstop, met of zonder reset. De tellerwaarde moet worden ingesteld in
Par. 1-84
Prec. stoptellerwaarde
Een pulsreeks wordt gebruikt als referentie of terugkoppeling. Het schalen wordt uitgevoerd via
parametergroep 5-5*.
Maakt het mogelijk om een van de 4 beschikbare aan/uitlopen te selecteren overeenkomstig on-
derstaande tabel.
Vergelijkbaar met Ramp bit 0.
®
MG.33.AE.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
4 Aanwijzingen voor het programmeren
Snelh. omh./Snelh. omlaag
Ramp 2 aanlooptijd
en Par. 3-52
.
Uitsch.
0
1
0
1
Precisiestopfunctie
wordt gebruikt als Tellerstop of snelheidge-
.
wordt gebruikt, volgt de
Ramp 2 uitlooptijd
)
4
Versnell.
0
0
1
1
Versnell.-/ver-
Versnell.-/vertrag.-
65
Advertenties
Inhoudsopgave
