Externe aansluitingen
6.7 Analoge ingangen
Kabelinvoer van de analoge ingangen
De kabelinvoer van de analoge ingangen en de communicatie vindt plaats via de
schuifplaten in de bodem van de AC-kast.
6.7.1 Analoge sensoren
Sunny Central biedt de mogelijkheid om via de klemmenstrook van de klant aan de Sunny Central
Control-bedieningseenheid een temperatuursensor PT 100 en 2 extra sensoren (voorgeproduceerd
als ExtSollrr, ExtGlolrr) te installeren. In de onderstaande tabel vindt u de aansluitmogelijkheden voor
de klant. Deze sensoren kunnen door de klant worden geconfigureerd.
Aansluiten van de sensoren
Het aansluiten van de sensoren op de klemmenstrook in de Sunny Central Control wordt
in de meegeleverde documentatie beschreven.
Configuratie van de sensoren.
Meer informatie hierover vindt u in de handleiding van Sunny Central.
6.7.2 Externe signalen
Naast de analoge sensoren kunnen nog drie signalen aangesloten worden, ExtAlarm, ExtSolP,
ExtSolQ. Deze signalen zijn direct van invloed op de Sunny Central.
Voor de aansluiting van de sensor ExtAlarm moet een voeding van 24 V
De voeding wordt intern door Sunny Central beschikbaar gesteld, maar kan ook extern worden
betrokken.
De verdere analoge ingangen (ExtSolP, ExtSolQ) dienen voor het regelen van het werkelijke en
blindvermogen van de Sunny Central. Deze sensoren worden eveneens op de klemmenstrook van de
klant aangesloten.
84
SCxxxHE-INL104432
SMA Solar Technology AG
beschikbaar zijn.
DC
Installatiehandleiding