Waarschuwingen voor solderen
■
Werk met stikstof bij het solderen.
Wanneer u soldeert zonder stikstof te vervangen of zonder
stikstof in de leiding te blazen, wordt een aanzienlijke geoxi-
deerde filmlaag op de binnenkant van de leidingen afgezet, wat
een nadelig effect heeft op de kleppen en de compressors in het
koelsysteem en in de weg staat van een normale werking.
■
Wanneer u soldeert terwijl u stikstof in de leiding inbrengt, moet
de druk van de stikstof op 0,02 MPa staan met een reduceer-
ventiel (= net genoeg om op de huid te voelen).
1
2
6
1
Koelmiddelleiding
2
Te solderen deel
3
Tape
4
Handklep
5
Reduceerventiel
6
Stikstof
M
ONTAGE VAN DE AFVOERLEIDING
Installatie van afvoerleidingen
Installeer de afvoerleiding zoals afgebeeld en neem de nodige maat-
regelen om condensvorming te voorkomen. Slecht gemonteerde
leidingen kunnen lekken veroorzaken en uiteindelijk meubilair en
andere zaken bevochtigen.
1-1.5 m
1
Hangbalk
■
Monteer de afvoerleidingen.
-
Zorg ervoor dat de leiding zo kort mogelijk is en minstens
1/100 naar beneden afloopt om te voorkomen dat er lucht in
de leiding blijft.
-
De diameter van de leiding moet minstens even groot zijn als
de diameter van de aansluitleiding (vinylbuis met een
nominale diameter van 25 mm en een buitendiameter van
32 mm).
-
Duw de bijgeleverde afvoerslang zo ver mogelijk over de
afvoeraansluiting.
1
1
Afvoeraansluiting (aan de unit bevestigd)
2
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
-
Draai de metalen klem vast tot de schroefkop zich op minder
dan 4 mm van de metalen klem bevindt zoals aangegeven op
de afbeelding.
Montagehandleiding
5
3
4
5
6
1
2
-
Maak na het testen van de afvoerleiding de bij de unit
geleverde afvoerafdichting (4) vast over het onbedekte deel
van de afvoeraansluiting (= tussen de afvoerslang en de
unit).
4
1
3
1
Afvoeraansluiting (aan de unit bevestigd)
2
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
3
Metalen klem (meegeleverd met de unit)
4
Afvoerafdichting (bij de unit geleverd)
5
Grote afdichting (bij de unit geleverd)
6
Afvoerleiding (lokale levering)
-
Wikkel de bijgeleverde grote afdichting over de metalen klem
en de afvoerslang als isolatie en bevestig ze met klemmen.
-
Isoleer de volledige afvoerleiding in het gebouw (lokaal te
voorzien).
-
Bevestig de afvoerophoogleiding (lokaal te voorzien) op de
afvoerslang indien de afvoerslang niet voldoende kan
afhellen.
■
Leidingwerk (Zie afbeelding 7)
1
Plafondtegel
2
Ophangbeugel
3
In te stellen bereik
4
Afvoerophoogleiding
(nominale diameter plastic leiding = 25 mm)
5
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
6
Metalen klem (meegeleverd met de unit)
-
Sluit de afvoerslang aan op de afvoerophoogleidingen en
isoleer ze.
-
Sluit de afvoerslang aan op de afvoeruitlaat van de
binnenunit en maak die vast met behulp van de klem.
■
Voorzorgsmaatregelen
-
Installeer de afvoerophoogleidingen op een hoogte van
minder dan 675 mm.
-
Installeer de afvoerophoogleidingen in een rechte hoek ten
opzichte van de binnenunit en op maximaal 300 mm van de
unit.
-
Installeer de afvoerslang waterpas of licht omhoog gericht
(≤75 mm) om luchtbellen te voorkomen.
LET OP
De meegeleverde afvoerslang moet 75 mm of
minder afhellen zodat er geen bijkomende druk
ontstaat op de afvoeraansluiting.
Monteer de hangbalken om de 1 tot 1,5 m om
een afhelling van 1:100 te verzekeren.
Installeer de leidingen zoals afgebeeld in
afbeelding 9 voor het bundelen van meerdere
afvoerleidingen. Kies convergerende afvoer-
leidingen waarvan de diameter aangepast is
aan de werkingscapaciteit van de unit.
1
Convergerende afvoerleidingen met
T-aftakking
A-A'
5
4 mm
A
A'
2
6
3
5
1
2