Opmerking:
afdrukken met LexIP als u hieraan
de logische poortnaam LPT1,
LPT2, LPT3 of LPT4 toekent.
c:\>copy bestandsnaam LPT3
Novell NetWare
102
Novell NetWare
U kunt vanuit DOS
3
Koppel het printerobject aan de fysieke printer.
a
Selecteer het zojuist gemaakte printerobject in
de map Printers.
b
Windows 95/98: Klik op Bestand, Eigenschappen,
Details, Poort toevoegen.
Windows NT: Klik op Bestand, Eigenschappen,
Details, Poort toevoegen.
c
Klik op Overige, selecteer Lexmark Network
Printer Monitor en klik op OK. Er wordt een
lijst met beschikbare printerservers
weergegeven. Als uw printerserver niet in de
lijst staat, klikt u op Adapter toevoegen en
voert u de instructies op het scherm uit tot de
printerserver wel wordt weergegeven.
d
Zoek het IP-adres van de printerserver in de
lijst en selecteer dit.
e
Geef een logische poortnaam voor de printer
op en klik op OK.
f
Controleer of de logische poortnaam die u aan
de printer hebt toegekend, wordt weergegeven
in het vak Afdrukken naar de volgende poort.
NDPS (Novell Distributed Print Services)
Als u MarkNet-printerservers in een NDPS-omgeving
gebruikt, kunt u het beste de Lexmark NDPS IP-gateway
installeren. De printers kunnen dan nauw worden
geïntegreerd met NDPS, zodat u ze gemakkelijk kunt
controleren en aansturen en ermee kunt afdrukken.
U kunt de gateway met alle ondersteunende bestanden en
installatieprocedures laden van de weblocatie van
Lexmark (www.lexmark.com).