4. BELANGRIJKE INFORMATIE
OVER KOELMIDDEL
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyo-
to-protocol vallen. Ontlucht geen gassen in de atmosfeer.
Type koelmiddel: R-410A
GWP-waarde 2088
GWP = global warming potential (aardopwarmingsvermogen)
Tabel 4-1
Model
Koelmiddel (kg)
KEM-30 DNS3 KH-2
10,50
KEM-60 DNS3 KH
17,00
KEM-90 DNS3 KH
27,00
5. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ
INSTALLATIE
5.1. De units kunnen op de grond of op de juiste plaats op het dak
worden geïnstalleerd, op voorwaarde dat voldoende ventilatie kan
worden gegarandeerd.
5.2 Installeer het apparaat niet op een plaats met eisen over geluid en
trillingen.
5.3. Neem bij de installatie van de unit maatregelen om blootstelling
aan direct zonlicht te voorkomen en houd het apparaat uit de
buurt van boilerleidingen en een omgeving die de condensor-
spoel en koperen leidingen kunnen aantasten.
5.4. Als het apparaat zich binnen het bereik van onbevoegd personeel
bevindt, neem dan uit veiligheidsoverwegingen beschermende
maatregelen, zoals het plaatsen van een omheining. Deze maat-
regelen kunnen door de mens veroorzaakte of toevallige verwon-
dingen voorkomen en kunnen ook voorkomen dat de elektrische
onderdelen die in werking zijn, bloot komen te liggen wanneer de
hoofdregelkast wordt geopend.
5.5 Installeer het apparaat op een fundering met een hoogte van
minstens 300 mm boven de grond, met een afvoer om ervoor te
zorgen dat er geen waterophoping optreedt.
5.6 Als u de unit op de grond installeert, plaats de stalen voet van het
apparaat dan op de betonnen fundering, die net zo diep moet zijn
als in de bevroren grondlaag. Zorg ervoor dat de fundering van de
installatie gescheiden is van de gebouwen, aangezien het geluid
en de trillingen van het apparaat een nadelige invloed daarop kun-
nen hebben. Door middel van de montagegaten op de bodem kan
het apparaat betrouwbaar op de fundering worden bevestigd.
5.7 Als het apparaat op een dak wordt geïnstalleerd, moet het dak
sterk genoeg zijn om het gewicht van de unit en het gewicht van
het onderhoudspersoneel te dragen. De unit kan op het betonnen
en groefvormige stalen frame worden geplaatst, net als wanneer
het apparaat op de grond wordt geïnstalleerd. Het gewichtdragen-
de groefvormige staal moet overeenkomen met de montagegaten
van de schokdemper en is daar breed genoeg voor.
5.8 Voor andere speciale vereisten voor de installatie, wordt u ver-
zocht een aannemer, architectonische ontwerper of andere pro-
fessionals te raadplegen.
OPMERKING
De geselecteerde installatieplaats van het apparaat moet het aan-
sluiten van waterleidingen en draden mogelijk maken en vrij zijn
van watertoevoer van oliedampen, stoom of andere warmtebron-
nen. Bovendien mogen het geluid van het apparaat en de koude
en warme lucht geen invloed hebben op de omgeving.
Fabriekslading
Ton CO
-equivalent
2
21,94
35,50
56,36
6. INSTALLATIE VAN DE UNIT
6.1 Maattekening
6.1.1 KEM-30 DNS3 KH-2
Linkeraanzicht
Bovenaanzicht
D
Vooraanzicht
Afb. 6-1 Maattekening van de KEM-30 DNS3 KH-2
6.1.2 KEM-60 DNS3 KH
Linkeraanzicht
4
A
A