8.5 Elektrische leidingen
8.5.1 Elektrische leidingen
ATTENTIE
1. Voor de airconditioner moet een speciale voeding worden toege-
past, waarvan de spanning moet overeenkomen met de nominale
spanning.
2. De bedrading moet worden uitgevoerd door vakkundige technici
volgens de etikettering op het schakelschema.
3. De voedingskabel en de aardingsdraad moeten worden aangeslo-
ten op de geschikte klemmen.
4. De voedingskabel en de aardingsdraad moeten met geschikt ge-
reedschap worden bevestigd.
5. De klemmen waarmee de voedingskabel en de aardingsdraad zijn
aangesloten, moeten volledig worden vastgemaakt en regelmatig
worden gecontroleerd, voor het geval dat ze buigzaam worden.
6. Gebruik alleen de door ons bedrijf gespecificeerde elektrische
componenten en laat installatie en technische diensten door de
fabrikant of een bevoegde dealer uitvoeren. Als de aansluiting
van de bedrading niet in overeenstemming is met de elektrische
installatienorm, kan een storing van de regelaar, een elektronische
schok, enz. worden veroorzaakt.
7. De aangesloten vaste draden moeten voorzien zijn van volledige
uitschakelingsinstrumenten met minstens 3 mm contactscheiding.
8. Stel lekkagebeveiligingen in volgens de eisen van de nationale
technische norm voor elektrische apparatuur.
9. Voer na voltooiing van alle bedradingen een zorgvuldige controle
uit voordat u de voeding aansluit.
10. Lees de etiketten op de elektrische kast zorgvuldig.
11. De gebruiker mag de bediening niet proberen te repareren, aan-
gezien een verkeerde reparatie elektrische schokken, schade aan
de controller, enz. kan veroorzaken. Als de gebruiker een repa-
ratie nodig heeft, wordt hij verzocht contact op te nemen met de
onderhoudsdienst.
12. De aanduiding van het netsnoertype is H07RN-F.
8.5.2 KEM-30 DNS3 KH-2 en KEM-60 DNS3 KH
DIP-schakelaar, knoppen en digitaal display, positie van de
componenten.
S5
4
DSP1
Afb. 8-12 Displayposities
DSP2
8.5.3 KEM-90 DNS3 KH
DIP-schakelaar, knoppen en digitaal display, positie van de
componenten.
S5
DSP1
Afb. 8-13 Displayposities
8.5.4 Instructies met betrekking tot de DIP-
schakelaar
De definities voor de DIP-schakelaar van de KEM-30 DNS3 KH-2 en
de KEM-60 DNS3 KH zijn anders dan die van de KEM-90 DNS3 KH.
Zie tabel 8-6 voor de instructies van de DIP-schakelaar van de KEM-
30 DNS3 KH-2 en de KEM-60 DNS3 KH en tabel 8-7 voor de KEM-
90 DNS3 KH.
Tabel 8-6 KEM-30 DNS3 KH-2 en KEM-60 DNS3 KH
ENC1
0-F
ENC2
0-5
OFF
S5-1
ON
4
OFF
S5-3
4
ON
OFF
S5-4
ON
4
21
ENC2
POWER
S12
ENC4
NET_ADDRESS
DSP2
0-F geldig voor de instelling
van het adres van de unit op
de DIP-schakelaars; 0 geeft de
hoofdunit aan en 1-F de hulpunits
(parallelschakeling) (standaard 0)
DIP-schakelaar voor
vermogensselectie
(KEM-30 DNS3 KH-2 defaultwaarde
2)
(KEM-60 DNS3 KH defaultwaarde 5)
Normale koelmodus
Geldig voor S5-1 OFF
(fabriekswaarde)
Lagetemperatuurkoelmodus
Geldig voor S5-1 ON
Besturing van één waterpomp
Geldig voor S5-3 OFF
(fabriekswaarde)
Besturing van meerdere
waterpompen
Geldig voor S5-3 ON
Normale besturing
Geldig voor S5-4 OFF
(fabriekswaarde)
Afstandsbediening
Geldig voor S5-4 ON