Installatie van externe voorgestuurde
luchtleidingen
1. Zie de onderdelentekeningen. Sluit de luchtleiding
aan op de pomp zoals in de stappen hierboven wordt
aangegeven.
2. Sluit een buis met een buitendiameter van 6,3 mm
(1/4 inch) aan op de drukstekkers (14)
op de luchtmotor van de pomp.
OPMERKING: koppelingen van een ander formaat
of type kunnen worden gebruikt door de drukstekkers
te vervangen. Voor de nieuwe fittingen is schroefdraad
van 1/8 inch npt vereist.
3. Sluit de overige uiteinden van de buizen aan op het
externe luchtsignaal, bijvoorbeeld de Cycleflo-
regelaar (onderdeelnr. 195264) of de Cycleflo-II-
regelaar (onderdeelnr. 195265) van Graco.
Bevestigingen
VOORZICHTIG
De lucht die uit de pomp stroomt, kan veront-
reinigingen bevatten. Voer de uitlaatlucht naar
een afgelegen plaats indien de verontreiniging
de vloeistofaanvoer kan beïnvloeden.
Zie Luchtuitlaatventilatie, op pagina 12
•
Overtuig u ervan dat het oppervlak waarop de pomp
gemonteerd wordt stevig genoeg is om het gewicht
van pomp, slangen en toebehoren te dragen, en ook
nog de mechanische belasting die door het werken
van de pomp ontstaat.
•
De pomp moet altijd rechtstreeks met bouten op
het bevestigingsoppervlak vastgeschroefd worden.
•
Bevestig de pomp zodanig dat het luchtklepdeksel
(2), de luchtinlaat en de materiaal in- en
uitlaatpoorten goed bereikbaar zijn,
zodat gebruik en onderhoud eenvoudig zijn.
•
Een rubber trillingdempersset 236452 is verkrijgbaar
voor minder lawaai en trillingen bij het gebruik.
•
Natuurlijke met polypropyleen versterkte materialen
in de pompen kunnen door langdurige blootstelling
aan uv-straling aangetast raken. Stel de pomp of
componenten ervan daarom niet langere tijd bloot
aan direct zonlicht, om schade en letsel te
voorkomen.
Installatie
Vloeistofaanzuigleiding
1. De materiaalinlaat (R) van de pomp is een opstaande
flens van 2". Zie Flensverbindingen op pagina 10.
2. Als de vloeistofinlaatdruk van de pomp meer
is dan 25% van de uitlaatwerkdruk, zullen
de kogelterugslagkleppen niet snel genoeg sluiten,
wat de pompwerking inefficiënt maakt.
3. Een materiaalinlaatdruk van meer dan 0,1 MPa
(1 bar) verkort de levensduur van de membranen.
4. Zie de Technische gegevens op pagina 36
voor de maximum aanzuighoogte (nat en droog).
Vloeistofuitlaatleiding
Uw systeem moet voorzien zijn van een drukontlastende
luchtkraan (B), om lucht te laten ontsnappen die is
blijven zitten tussen de kraan en de pomp. Opgesloten
lucht kan de pomp onverwachts aan het lopen
brengen, wat kan resulteren in ernstige verwondingen,
zoals door vloeistof die in de ogen of op de huid spat,
verwondingen door bewegende delen, of
verontreiniging door gevaarlijke vloeistoffen. Zie Afb. 2.
1. De materiaaluitlaat (S) van de pomp is een
opstaande flens van 2". Zie Flensverbindingen
op pagina 10.
2. Installeer een aftapkraan (J) dicht bij de
vloeistofuitlaat. Zie de WAARSCHUWING hierboven.
3. Installeer een afsluiter (K) in de vloeistofuitlaatleiding.
WAARSCHUWING
3A3598
9