Regelaar voor de i-32V5
14.7 [E851 ÷E971] INVERTER
De inverter heeft een eigen alarmlijst.
14.8 [E00] ON/OFF EXTERN (signalering)
In het geval dat de machine wordt aangestuurd door een externe digitale ingang. Zie par. 10.4.1
14.9 [E001] HOGE DRUK
Als de drukomzetter aan boord van de machine een druk detecteert die hoger is dan 41,5 bar dan is het alarm actief.
In dat geval wordt de compressor onmiddellijk geblokkeerd. Het alarm wordt gereset wanneer de druk daalt onder de 32,5 bar. Als
het alarm zich meer dan 3 keer per uur voordoet, dan moet de alarmreset handmatig worden uitgevoerd.
14.10 [E002] LAGE DRUK
In chillermodus, als de drukomzetter aan boord van de machine een druk detecteert die hoger is dan 3,5 bar dan is het alarm actief.
In warmtepompmodus, als de drukomzetter aan boord van de machine een druk detecteert die hoger is dan 1,3 bar dan is het alarm
actief.
Het alarm wordt gereset wanneer de druk weer met 2,0 bar stijgt ten opzichte van de interventiedrempel.
Bij elke activering van de compressor wordt een by-passtijd van 60 seconden geteld.
Wanneer het alarm actief is, worden de compressoren van het circuit geblokkeerd.
Als het aantal interventies binnen een uur van het alarm gelijk is aan 3 dan moet de alarmreset handmatig worden uitgevoerd.
14.11 [E008] BEPERKING DRIVER
Als de compressor de snelheid op de ingestelde aanloopwaarde niet binnen 30 minuten bereikt, dan wordt het alarm actief en wordt
vanwege veiligheidsredenen de compressor uitgeschakeld.
Als het aantal interventies binnen een uur van het alarm gelijk is aan 3 dan moet de alarmreset handmatig worden uitgevoerd.
14.12 [E041] 4-WEGKLEP
Alarm met handmatige blokkeringsopheffing, identificeert een slechte werking van de 4-wegklep voor het omkeren van de cyclus.
Het alarm is niet actief gedurende een by-passtijd van ong. 180 seconden vanaf de start van de compressor.
•
In verwarmings- of sanitaire modus is het alarm actief wanneer na het verstrijken van de by-passtijd de
wateraanvoertemperatuur lager is dan de waterretourtemperatuur van de warmtepomp - 1°C.
In koel- of sanitaire modus is het alarm actief wanneer na het verstrijken van de by-passtijd de wateraanvoertemperatuur
•
hoger is dan de temperatuur van het retourwater van de warmtepomp + 1°C.
14.13 [E042] BEVEILIGING SANITAIR WARM WATER
Het alarm is actief wanneer de aanvoersensor van de warmtepomp een temperatuur detecteert van 60°C, de compressor wordt tot
stilstand gebracht, de hulpverwarmingssystemen indien aanwezig werken met de relatieve offset totdat aan het door de sanitaire
sensor gedetecteerde sanitaire setpoint wordt voldaan of de digitale ingang de sanitaire oproep uitschakelt.
De compressor start opnieuw wanneer de aanvoertemperatuur van de warmtepomp een temperatuur detecteert van 56°C en de
oproep van de thermoregelaar aanwezig is.
14.1 AFWEZIGHEID VAN SPANNING
Bij het herstel:
wordt het instrument naar de toestand van vóór de stroomuitval gebracht
•
•
als er een ontdooicyclus in uitvoering is dan wordt de procedure geannuleerd
•
alle lopende tijdschema's worden geannuleerd en opnieuw geïnitialiseerd
Omkeerbare luchtgecondenseerde waterkoelers en warmtepompen
38