Definieer de gebruiksmodus door parameter r23 in te stellen:
-
r23=0 (standaard) ketel niet gebruikt (interventieprioriteit van de weerstanden);
-
r23=1 gebruik ketel enkel op systeem (interventieprioriteit van de weerstanden);
-
r23=2 gebruik ketel enkel in sanitair (interventieprioriteit van de weerstanden);
-
r23=3 gebruik ketel zowel in sanitair als op systeem (interventieprioriteit van de weerstanden);
-
r23=4 gebruik ketel enkel op systeem met prioriteit (geen prioriteit op interventie weerstanden);
-
r23=5 gebruik ketel enkel in sanitair met prioriteit (geen prioriteit op interventie weerstanden);
-
r23=6 gebruik ketel zowel in sanitair als op systeem met prioriteit (geen prioriteit op interventie weerstanden);
Definieer de uitrusting van de ketel, door het instellen van de parameter r32:
-
r32 = 0: ketel zonder circulatiepomp met thermoregeling ten laste van de warmtepomp
r32 = 1: ketel voorzien van autonome circulatiepomp met thermoregelaar ten laste van de warmtepomp
-
-
r32 = 2: ketel zonder circulatiepomp met autonome thermoregeling
-
r32 = 3: ketel voorzien van circulatiepomp met autonome thermoregeling
I/O-bron - Parameter
DO3 activeerbaar via H81
10.10 ACTIVERING INTEGRATIEWEERSTANDEN EN KETEL IN AANEENGESCHAKELDE WERKING EN ALS
VERVANGING VAN DE COMPRESSOR VAN DE WARMTEPOMP
De hulpelementen die gebruikt kunnen worden voor de aaneengeschakelde of vervangende werking zijn:
- ketel
- integratieweerstand systeem
- integratieweerstand sanitair
Uitgaande van de bedrijfsmodi voor verwarming en/of sanitair, zijn er 4 werkingsgebieden:
In het geval dat de waarden van de parameters r22, r28, r08 moeten worden veranderd, respecteer r22 ≥ r28 ≥ r08.
Met r22=r28 is het mogelijk de zone te verwijderen met betrekking tot de aaneengeschakelde werking periode I; met r28=r08 is
het mogelijk de zone te verwijderen met betrekking tot de aaneengeschakelde werking periode II; met r22=r28=r08 is het mogelijk
beide periodes met betrekking tot de aaneengeschakelde werking te verwijderen.
Aangeraden wordt om de waarde r08 niet te wijzigen, omdat het de werking van de unit in gevaar kan brengen
10.10.1
WERKING IN WARMTEPOMP
Normale werking van de warmtepomp waarbij de integratieweerstanden en/of de ketel alleen ingrijpen wanneer de
warmtepomp in alarm gaat.
10.10.2
AANEENGESCHAKELDE WERKING (Ie PERIODE)
Als de buitentemperatuur tussen r22 en r28 ligt, is de werking van de compressor in synergie met de hulpverwarmingselementen
in wintermodus of sanitaire modus.
Regelaar voor de i-32V5
r10
10 minuten
r12
(standaard)
r15
10 minuten
r16
(standaard)
r23
1÷6
r32
1÷3
29
T
.[°C]
est
r22=7
0
Pompa di calore + [ Caldaia e/o Resistenza]
r28=-7
Caldaia + [ Pompa di calore e/o Resistenza]
r08=-20
Omkeerbare luchtgecondenseerde waterkoelers en warmtepompen
Waarde
Functie
1
Inschakeling in integratie systeem
Vertraging activering integratie systeem
1
Inschakeling in integratie sanitair
Vertraging activering integratie sanitair
Type gebruik ketel
Uitrusting ketel
Inschakeling ketel
Pompa di calore
FUNZIONAMENTO CONGIUNTO I FASCIA
FUNZIONAMENTO CONGIUNTO II FASCIA
Caldaia e/o Resistenza
FUNZIONAMENTO IN SOSTITUZIONE
23