2. Vonkenvanger
De knaldemper is uitgerust met een vonkenvanger om te vermijden dat
roodgloeiend karton in de uitlaatpijp kan vliegen. Controleer en reinig
regelmatig naargelang noodzakelijk met een draadborstel nadat u beide
bouten van het deksel van de knaldemper en een schroef hebt verwijderd.
Vonkremmer
Opmerking: Nooit een knaldemper gebruiken als de vonkenvanger
ontbreekt of defect is.
3. Uitlaatpoort
Verwijder de knaldemper, voer een schroevendraaier in de
ventilatieopening en wrijf eventuele koolstofresten weg na
iedere 100 uren in gebruik. Wrijf eventuele koolstofresten weg
van zowel de knaldemper uitlaat als de cilinder uitlaatpoort.
Knaldemper uitlaatopening
Cilinder uitlaatpoort
4. Brandstoffilter
(a) Neem het filter uit de vulopening met behulp van een haakje
van ijzerdraad.
8. Onderhoud van zaagketting en zaagblad
■ Zaagketting
Voor een soepele en veilige werking is het van groot
belang om de ketting scherp te houden.
De ketting moet worden geslepen wanneer:
•
Het zaagsel er poederachtig uitziet.
•
U bij het zagen extra kracht moet zetten.
•
De zaagsnede niet recht is.
•
Het trillen toeneemt.
•
Het brandstofverbruik toeneemt.
Voorzorgsmaatregelen bij het slijpen:
Draag goede werkhandschoenen.
Voor het vijlen:
•
Zorg ervoor dat de zaagketting goed vastzit.
•
Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld.
•
Gebruik een ronde vijl met de juiste diameter.
Type ketting:
Carlton
Vijldiameter:
5/32 in. (1,6 mm)
Zet de vijl op de ketting en druk de vijl recht vooruit. Houd de
vijl zoals afgebeeld vast.
Brandstoffilter
N1C-BL-M-57E SK
(b) Demonteer het filter en reinig het met benzine. Zo nodig
door een nieuwe vervangen.
Opmerking:
•
Houd het uiteinde van de aanzuigbuis met een tangetje vast nadat u
het filter heeft verwijderd.
•
Let er bij het monteren van het filter op, dat er geen filtermateriaal of
stof in de aanzuigbuis terecht komen.
5. Bougie
0,6 ~ 0,7 mm
Reinig de elektrodes met een staalborstel en stel de elektroden-
afstand zo nodig in op 0,65 mm.
6. Kettingwiel
Controleer het kettingwiel op beschadigingen en op overmatige slijtage
die de kettingaandrijving kan beïnvloeden. Bij aanzienlijke slijtage,
vervangen door een nieuwe. Leg nooit een nieuwe ketting om een
versleten kettingwiel, of een versleten ketting om een nieuw kettingwiel.
Nadat elke schakel is gevijld, controleert u de dieptebeperking
en vijlt u deze zoals afgebeeld af.
Goede dieptemeter
Standaard
dieptebeperking
GZ400
• Champion RZ7C
Rond afvijlen
,025" (0,64 mm)
NL-13
N
L