GZ400
Fijnafstemming van de stationaire versnelling T
Stem de stationaire versnelling af met de T-schroef. Als een
fijnafstemming noodzakelijk is, draait u de T-schroef met de wijzers
van de klok terwijl de motor draait tot de ketting begint te draaien.
Draai daarna tegen de wijzers van de klok tot de ketting stopt.
Een correct afgestemde instelling van de stationaire versnelling
houdt in dat de motor in iedere stand vlot draait. Een correcte
marge met de tpm bereikt men ook als de ketting begint te draaien.
Neem contact op met uw dienstencentrum als de
stationaire versnelling niet afgestemd kan worden
zodat de ketting stopt. Gebruik de kettingzaag niet
als ze niet correct afgestemd of gerepareerd werd.
■ KETTINGREM
Deze motorzaag is uitgerust met een automatische rem die de
zaagketting tot stilstand brengt zodra er tijdens het zagen een
terugslag optreedt. De rem wordt automatisch in werking gezet
door inertiekracht die reageert op het gewicht in de remhendel.
Deze rem kan ook met de hand in werking worden gezet door
de remhendel in de richting van de zaagblad te duwen.
Om de rem vrij te zetten trekt u de remhendel in de richting
van de voorste handgreep totdat er een „klik" hoorbaar is.
[Let op]
Controleer de werking van de rem tijdens de dagelijkse inspectie.
De werking controleren:
1) Schakel de motor uit.
2) Houd de motorzaag horizontaal, neem uw hand van de
voorste handgreep, tik met het uiteinde van het zaagblad
op een boomstronk of een stuk hout en controleer of de
rem in werking is gezet. De kracht die hiervoor nodig is,
hangt af van de lengte van het zaagblad.
Laat de rem door uw dealer nakijken en eventueel repareren
wanneer de rem niet in werking wordt gezet.
Wanneer de motor bij een hoog toerental blijft lopen terwijl de rem in
werking is gezet, kan de koppeling oververhitten en defect raken.
Laat direct de gashendel los om de motor te stoppen wanneer
de rem tijdens het zagen in werking wordt gezet.
■ STOPPEN VAN DE MOTOR
1. Laat de gashendel los en laat de motor enkele minuten
stationair lopen.
2. Zet de schakelaar op „O" (STOP).
Schakelaar
NL-10
T-schroef
[BELANGRIJK]
Plaats de kettingzaag niet op de grond wanneer de ketting
nog in beweging is. Voor een bijkomende beveiliging
vergrendelt u de ketting wanneer u de zaag niet gebruikt.
Indien de contactknop de zaag niet stopt, trekt u de choke knop
uit tot de volledig uitgetrokken stand „VOLLEDIGE CHOKE",
en schakelt u de kettingvergrendeling in om de motor stop te
zetten. Als de contactknop de zaag niet stopzet als deze
overgeschakeld wordt op „STOP" stand moet u de contactknop
repareren voor u de kettingzaag opnieuw gebruikt om onveilige
omstandigheden of ernstige letsels te vermijden.
Opmerking: Wanneer u klaar bent met de zaag, moet u de tankdruk steeds
verminderen door de kettingolie en benzine mengdoppen los en daarna
opnieuw aan te draaien. Laat de motor afkoelen voor u hem opbergt.
Antibevriezingsmechanisme van de carburateur
Bij het gebruik van motorzagen bij temperaturen van 0 – 5 °C
en een hoge luchtvochtigheid kan er in de carburateur ijsvor-
ming optreden, waardoor het vermogen van de motor afneemt
of de motor gaat stotteren.
Daarom heeft deze motorzaag aan de rechterkant van het cilinder-
deksel een ventilatieklepje waardoor er warme lucht naar de mo-
tor geblazen wordt, zodat er geen ijsvorming kan optreden.
Onder normale omstandigheden moet de motorzaag in de
normale bedrijfsstand worden gebruikt, d.w.z. in de stand
waarin de motorzaag standaard is ingesteld. Als echter de kans
bestaat dat er ijsvorming kan optreden, moet de motorzaag
voor gebruik op de antibevriezingsstand worden ingesteld.
Normale bedrijfsstand
Cilinderdeksel
„Zon" aanduiding
Indien de motorzaag in de antibevriezingsstand
gebruikt blijft worden wanneer de temperaturen weer
zijn gestegen, dan is het mogelijk dat de motor
moeilijk te starten is of bij normale snelheid niet goed
loopt. Daarom is het van groot belang dat de motor-
zaag weer op de normale bedrijfsstand wordt inge-
steld zodra het gevaar voor ijsvorming geweken is.
■ OVERSCHAKELEN TUSSEN BEDRIJFSSTANDEN
Cylinderdeksel
Choke knop
1. Schakel de motor uit met behulp van de schakelaar.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel, het luchtfilter en neem ver-
volgens de chokeknop van het cilinderdeksel.
3. Draai de schroeven los waarmee het cilinderdeksel op zijn
plaats wordt gehouden (d.w.z. de drie schroeven aan de
binnenkant, plus één schroef aan de buitenkant van het
cilinderdeksel) en verwijder het cilinderdeksel.
4. Druk met de vinger op de antibevriezingsdop aan de
rechterkant van het cilinderdeksel en verwijder de dop.
5. Houd de antibevriezingsdop zodanig, dat de „sneeuw"
aanduiding aan de bovenkant zit en plaats de dop terug
in het cilinderdeksel.
6. Monteer het cilinderdeksel en de overige onderdelen weer
op de motorzaag.
Antibevriezingsstand
„Sneeuw" aanduiding
Antibevriezingsdop