Telefoneren
1. Houd vanuit de standby-stand de toets 0
ingedrukt. Er wordt een + weergegeven.
2. Toets het locatienummer in van het
telefoonnummer dat u wilt kiezen en druk op de
toets
.
De lijst met vermeldingen in het geheugen van
de telefoon wordt weergegeven.
3. U kunt op de toets Omhoog of Omlaag drukken
om andere nummers in de lijst te zoeken.
4. Druk op de functietoets Kies nr., de toets
de middentoets als u het gewenste nummer
hebt geselecteerd.
Het volume aanpassen
Tijdens een gesprek kunt u het volume van de
luidspreker aanpassen door op de volumetoetsen
aan de linkerkant van de telefoon te drukken.
Druk op
om het volume te verhogen of op
het te verlagen.
In de standby-stand kunt u met deze toetsen ook
het toetsvolume aanpassen.
28
of
om
Een oproep beantwoorden
Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt
de afbeelding voor een inkomend gesprek
weergegeven.
Het telefoonnummer of de naam van de beller
wordt weergegeven, als deze zijn opgeslagen in
Contacten.
1. Open zo nodig de telefoon. Druk op de toets
of de functietoets Opnemen om de inkomende
oproep te beantwoorden.
Als u in het menu Extra instellingen de optie
Elke toets antw. inschakelt, kunt u een oproep
beantwoorden door op een willekeurige toets te
drukken, met uitzondering van de toets
de functietoets Weiger. Zie pagina 141.
Als u in het menu Extra instellingen de optie
Klepje actief inschakelt, kunt u een oproep
beantwoorden door de telefoon te openen. Zie
pagina 141.
Opmerking: Om een oproep te weigeren houdt u
met de telefoon dicht een van de volumetoetsen
ingedrukt, of drukt u op de functietoets Weiger of
de toets
.
2. Beëindig het gesprek door het klepje te sluiten
of op de toets
te drukken.
Opmerking: U kunt een oproep beantwoorden terwijl
u menufuncties of de lijst Contacten gebruikt. Als het
gesprek is beëindigd, wordt op het display het
functiescherm weergegeven dat u hebt gebruikt vóór
het gesprek.
Telefoneren
en
29