Serveradres (hostnaam of IP).
●
Vereisten voor serververificatie
●
Het pad om de zoekopdracht te beginnen (BaseDN, hoofdmap voor zoeken) (bijvoorbeeld
●
o=mycompany.com).
Kenmerken om de ingevoerde naam af te stemmen (zoals cn of samAccountName), het e-mailadres op
●
te halen (zoals mail) en te bepalen hoe de naam wordt weergegeven op het bedieningspaneel (zoals
displayName).
Instellen
Klik in Embedded Web Server op Settings (Instellingen) >LDAP sign-in server (LDAP-aanmeldingsserver).
1.
Schakel de LDAP-server in (verplicht om door te gaan met de LDAP-configuratie).
Het gedeelte Network Directory Server (Netwerkdirectoryserver):
2.
Voer in het gedeelte Network Directory Server (Netwerkdirectoryserver) de naam van het LDAP-serveradres
(bijvoorbeeld ldap.mycompany.com) en de Port (poort) in.
Als u de LDAP-server niet kent, neemt u contact op met de serverbeheerder.
●
Als u een beveiligde verbinding (SSL) wilt inschakelen, schakelt u de optie Use a secure connection
●
(SSL) (Een beveiligde verbinding (SSL) gebruiken) in.
Het gedeelte Server Authentication requirements (Vereisten voor serververificatie):
3.
In het gedeelte Server authentication requirements (Vereisten voor serververificatie) kunt u het juiste
verificatietype voor de server selecteren (referenties van de printergebruiker gebruiken, referenties van
LDAP-beheerder gebruiken). Het is verplicht om de domeinnaam, de gebruikersnaam en het wachtwoord in
te vullen.
Het gedeelte LDAP Database search settings (Zoekinstellingen voor LDAP-database):
4.
Vul deze velden in:
Voer bij Bind and search root (Hoofdmap voor binden en zoeken) het pad in om de database te
●
doorzoeken (bijvoorbeeld o=mycompany.com).
Voer in het vak Retrieve the printer User's Name using this attribute (De naam van de gebruiker van
●
de printer ophalen op basis van dit kenmerk) de naam in van het kenmerk dat de naam van de
persoon bevat (bijvoorbeeld DisplayName).
Voer in het vak Match the name entered with this attribute (De ingevoerde naam afstemmen met dit
●
kenmerk) de naam in van het kenmerk waarvan de inhoud tijdens het aanmelden moet worden
afgestemd met het type gebruikersnaam.
Voer in het vak Retrieve the Users Email Address using this attribute (Het e-mailadres van de
●
gebruiker ophalen op basis van dit kenmerk) de naam in van het kenmerk dat het e-mailadres van de
persoon bevat (bijvoorbeeld mail of rfc822Mailbox).
Voer in het vak Retrieve the printer user group using this attribute (De gebruikersgroep van de printer
●
ophalen op basis van dit kenmerk) de naam in van het kenmerk dat de groep van de persoon bevat.
5.
Klik op de knop Apply (Toepassen) om de instellingen op te slaan. Het instellen is voltooid.
6.
Om te controleren of het ophalen van de LDAP juist is ingesteld, voert u minstens drie tekens van de
contactnaam van een netwerk in het vak Test (Testen) in en klikt u vervolgens op de knop Test (Testen). Als
de test is voltooid, wordt een bericht weergegeven.
NLWW
De printer configureren
25