Oplossen van problemen met de projector
Controleer de volgende punten wanneer u een probleem ondervindt met de projector.
Probleem
Het toestel kan niet
worden ingeschakeld.
Er wordt geen beeld
geprojecteerd of het
geprojecteerde beeld is
niet normaal.
De kleurweergave of
algehele weergave van het
beeld is helemaal niet
goed.
Ik kan de meldingen of
menu's niet begrijpen
omdat ze in de verkeerde
taal worden weergegeven.
Geen geluid
Vreemde kleuren
Als de POWER/STANDBY indicator niet brandt, is het netsnoer niet goed
aangesloten. Sluit het netsnoer correct aan.
Als de TEMP of LIGHT indicator blijft knipperen of branden, betekent dit dat er een
fout is opgetreden. Zie "Foutindicators en waarschuwingen" (bladzijde 68).
De op de projector aangesloten computer of video-apparatuur staat niet aan, of
produceert geen videosignaal. Controleer of de aangesloten computer of
video-apparatuur aan staat en voer de vereiste handelingen uit om de apparatuur
een geschikt videosignaal te laten produceren.
Op de projector is niet de juiste signaalbron geselecteerd. Selecteer op de
projector de signaalbron die correspondeert met de aangesloten apparatuur.
Het is mogelijk dat beelden niet goed geprojecteerd kunnen worden wanneer de
component video-uitgangsaansluiting van de video-apparatuur is aangesloten op
de COMPUTER-aansluiting van de projector. Bij een XJ-A serie projector, moet u
de video-apparatuur aansluiten op de AV-aansluiting. Bij een XJ-M serie projector,
moet u de VIDEO of S-VIDEO-aansluiting gebruiken.
Het is mogelijk dat de verkeerde optie ("Component" of "RGB") is geselecteerd bij
"Ingangsinstellingen
COMPUTER aansluiting" in het instelmenu. Het beeld zal niet
goed worden geprojecteerd als "Component" is geselecteerd terwijl de
COMPUTER-aansluiting van de projector is verbonden met de
RGB-uitgangsaansluiting van een computer, of als "RGB" is geselecteerd terwijl de
COMPUTER-aansluiting is verbonden met de component video-uitgangsaansluiting
van de video-apparatuur. Selecteer in het instelmenu "Automatisch" bij
"Ingangsinstellingen
COMPUTER aansluiting". Zie bladzijde 59.
Selecteer als volgt de gewenste taal. Zie bladzijde 60.
1. Druk op de [MENU] toets om het instelmenu te openen.
2. Druk bij een HDMI-ingangssignaal vier keer op [ ] en druk dan op [ENTER]. Druk
bij een ander ingangssignaal dan HDMI vijf keer op [ ] en druk dan op [ENTER].
3. Druk twee keer op [ ] en dan op [ENTER] om het taalkeuzemenu te openen.
4. Gebruik de [ ] en [ ] toetsen om de taal die u wilt selecteren te markeren en druk
dan op [ENTER].
5. Druk op [MENU] om het instelmenu te sluiten.
De instelling voor het volumeniveau van de projector is mogelijk te laag of de
geluidsweergave is uitgeschakeld. Druk op de afstandsbediening op [VOLUME] en
gebruik dan [ ] en [ ] om het volumeniveau te regelen. Zie bladzijde 49.
De instelling voor het volumeniveau van de op de projector aangesloten apparatuur
is te laag of de apparatuur produceert geen audiosignaal. Regel het volume op de
aangesloten apparatuur.
Het door de aangesloten apparatuur geproduceerde audiosignaal is misschien niet
correct aangesloten op de AV-aansluiting (XJ-A serie) of de AUDIO IN-aansluiting
(XJ-M serie) van de projector. Controleer de verbinding. Zie "Aansluiten van de
bedrading van de projector" (bladzijde 11).
Wanneer HDMI de signaalbron is, kunnen Bestandszoeker (File Viewer), Draadloos,
Netwerk of USB-display, "Lijn" worden geselecteerd als "Optie instellingen 2
Audio uitgang" instelling in het instelmenu. Verander de "Audio uitgang" instelling
naar "Luidspreker". Zie bladzijde 60.
Het ingangssignaal komt mogelijk niet overeen met de instellingen van de projector.
Probeer het volgende.
– Gebruik [BRIGHT] om de helderheid van het beeld te regelen.
– Gebruik [COLOR MODE] om de kleurenmodus te veranderen.
– Gebruik in het instelmenu "Beeldinstelling 1
het geprojecteerde beeld aan te passen.
Oorzaak en aanbevolen remedie
Kleurbalans" om de kleurbalans van
70