Onderhoud
28
Controle van de rookgastemperatuur
· Temperatuur van de rookgassen
controleren.
· Ketel reinigen als de
rookgastemperatuur de waarde bij
inbedrijfstelling met meer dan 30K
overschrijdt.
Controle van de ontstekingselektro-
den en het mengtoestel
· De twee ontstekingskabels van de
ontstekingstransformator lostrekken.
· Doorvoerrubbers van de twee kabels
van het deksel verwijderen door ze
in de branderkop te duwen.
· De 3 bevestigingsbouten van het
deksel volldig eruit schroeven.
· Het deksel via de kabel verwijderen.
· De bevestigingsbout aan de zijkant
van de menginrichting losdraaien.
· Het meng- en ontstekingstoestel
eruit trekken
· Controleer de toestand van het schot.
· Controleer de stand van
ontstekingselektroden en het schot
· Indien nodig, de onderdelen die
vanaf het deksel bereikbaar zijn
schoonmaken.
· Controleer bij de montage de
aanwezigheid en de toestand van
afdichtingsring J1.
09/2005 - Art. Nr. 13 018 903A
Servicewerkzaamheden aan de ketel
en brander worden alleen door een
geschoolde vakman uitgevoerd. Om
een regelmatige uitvoering van het
onderhoud te waarborgen, moet aan
de gebruiker van de installatie het
afsluiten van een
onderhoudscontract worden
aanbevolen.
Opgepast:
Voor onderhouds- en
schoonmaakwerkzaamheden de
brander geheel, inclusief voeding
draaistroommotor, spanningsloos
maken en gaskraan sluiten.
A1 Verbrandingsmanager
A4 Display- en bedieningseenheid
B10 Ionisatiebrug
F6 Luchtdrukbewaking
F12 Motorbeveiligingsrelais
K1 Motorbeveiliging
M1 Brandermotor
T1 Ontstekingstransformator
(verborgen)
Y10 Stappenmotor luchtklep
7
Bedieningsveld
8
Branderbuis
13
Branderkap
113 Luchtkast
Reiniging van de ventilatorrotor
· Motor spanningsloos maken door
deze van de voeding los te
koppelen.
· De 7 bouten van de motorplaat eruit
draaien
· Leg de plaat met de motor
voorzichtig opzij, zonder de
drukverlagingsleiding van de
differentiële luchtdrukbewaking te
beschadigen.
· De luchtdrukleidingen "droog"
reinigen.
· Geen drukmedium gebruiken
· De 4 bevestigingsbouten van de
luchttuit losdraaien.
· Het luchtkanaal en de ventilatorrotor
schoonmaken.
· Weer monteren.