3)
Klik op Apply om de instellingen op te slaan.
4)
Klik op Refresh om de meest recente status van de poorttoewijzing te verkrijgen.
Handmatige toewijzing
Als uw router de UPnP™-functie niet ondersteunt, voer dan de volgende stappen uit om de poort op gemakkelijke
wijze handmatig toe te wijzen.
Voordat u begint:
Zorg ervoor dat de router de configuratie ondersteunt van interne en externe poorten in de interface doorsturen.
Stappen:
1. De interface netwerkinstellingen openen.
Menu > Configuration > Network
2. Selecteer het tabblad NAT om de interface poorttoewijzing te openen.
3. Laat het selectievakje inschakelen UPnP blanco.
4. Klik op
om het dialoogvenster externe poortinstellingen te openen. Configureer respectievelijk het
externe poortnr. voor de serverpoort, HTTP-poort, RTSP-poort en HTTPS-poort.
De waarde van het RTSP-poortnr. moet 554 zijn of zich bevinden tussen 1024 en 65535, terwijl de waarde van de
andere poorten zich tussen 1 en 65535 met bevinden de de waarde uniek moet zijn. Als er meerdere apparaten
worden geconfigureerd voor de UPnP™-instellingen onder dezelfde router, dan moet de waarde van het poortnr.
voor ieder apparaat uniek zijn.
Gebruikershandleiding Netwerkvideorecorder
Afbeelding 11.21 Dialoogvenster externe poortinstellingen
Afbeelding 11.22 UPnP™-instellingen voltooid - Handmatig
170