5. Wanneer u in stap 4 de optie Yes kiest, configureer dan de volgende SNMP-instellingen:
•
Trap Address: IP-adres van de SNMP-host.
•
Trap Port: Poort van de SNMP-host.
6. Klik op Apply om de instellingen op te slaan en de interface te sluiten.
Download voor het instellen van de SNMP de SNMP-software en zorg ervoor om de apparaatinformatie via de
SNMP-poort te ontvangen. Door het instellen van het trap-adres kan de NVR de alarmgebeurtenis en het
uitzonderingsbericht naar de meldkamer zenden.
11.2.5
Meer instellingen configureren
Stappen:
1.
De interface netwerkinstellingen openen.
Menu > Configuration > Network
2.
Selecteer het tabblad More Settings om de interface meer instellingen te openen.
3.
Configureer de externe alarmhost, serverpoort, HTTP-poort, multicast en RTSP-poort.
Alarm Host IP/Port: Het apparaat verzendt met een geconfigureerde externe alarmhost de
alarmgebeurtenis of het uitzonderingsbericht naar de host wanneer er een alarm wordt geactiveerd. De
CMS-software (client managementsysteem) moet op de externe alarmhost zijn geïnstalleerd.
Het Alarm Host IP verwijst naar het IP-adres van de externe pc waarop de CMS-software (Client
managementsysteem) (bijv. iVMS-4200) is geïnstalleerd en de Alarm Host Port moet hetzelfde zijn
als de in de software geconfigureerde poort alarmbewaking in de software (de standaard poort is 7200).
Multicast IP: De multicast kan worden geconfigureerd om liveweergave te realiseren voor meer dan
het maximale aantal camera's via het netwerk. Een multicast-adres omvat het klasse-D IP-bereik van
224.0.0.0 tot 239.255.255.255. Het wordt aanbevolen om voor het IP-adres het bereik te gebruiken van
239.252.0.0 tot 239.255.255.255.
Bij het toevoegen van een apparaat aan De CMS-software (Client managementsysteem) moet het
multicast-adres hetzelfde zijn als het multicast-IP van het apparaat.
Gebruikershandleiding Netwerkvideorecorder
Afbeelding 11.10 Interface SNMP-instellingen
Afbeelding 11.11 Interface meer instellingen
164