Stappen:
1. De interface netwerkinstellingen openen.
Menu >Configuration> Network
2. Selecteer het tabblad NTP om de interface NTP-instellingen te openen, zoals getoond in Afbeelding 11.8.
3. Markeer het selectievakje Enable NTP om deze functie in te schakelen.
4. Configureer de volgende NTP-instellingen::
•
Interval: Tijdsinterval tussen de twee synchronisatie-acties met de NTP-server. De eenheid is minuten.
•
NTP Server: IP-adres van de NTP-server.
•
NTP Port: Poort van de NTP-server.
5. Klik op Apply om de instellingen op te slaan en de interface te sluiten.
Het interval voor tijdsynchronisatie kan worden ingesteld van 1 tot 10080 min. en de standaardwaarde is 60 min.
Als de NVR is verbonden met een openbaar netwerk, dan moet u een NTP-server gebruiken die is voorzien van
een functie tijdsynchronisatie, zoals de server van het National Time Center (IP-adres: 210.72.145.44). Als de
NVR in een meer aangepast netwerk wordt geïnstalleerd, kan er NTP-software worden gebruikt voor het
vaststellen van een NTP-server die voor tijdsynchronisatie wordt gebruikt.
11.2.4
SNMP configureren
Doel:
U kunt het SNMP-protocol gebruiken om de apparaatstatus en aan parameters gerelateerde informatie te
verkrijgen.
Stappen:
1. De interface netwerkinstellingen openen.
Menu >Configuration> Network
2. Selecteer het tabblad SNMP om de interface SNMP-instellingen te openen, zoals getoond in
Afbeelding 11.9.
3. Markeer het selectievakje SNMP om deze functie in te schakelen.
4. Het inschakelen van SNMP kan beveiligingsproblemen veroorzaken. Klik op Yes om door te gaan of No om
de handeling te annuleren.
Gebruikershandleiding Netwerkvideorecorder
Afbeelding 11.8 Interface NTP-instellingen
Afbeelding 11.9 Interface SNMP-instellingen
163