SMTP Server: Het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server (bijv. smtp.263xmail.com).
SMTP Port No.: De SMTP-poort. De standaard TCP-/IP-poort die voor SMTP wordt gebruikt is 25.
Enable SSL/TLS (optional): Klik op het selectievakje om SSL/TLS in te schakelen als dit door de
SMTP-server wordt vereist.
Sender: De name van de afzender.
Sender's Address: Het e-mailadres van de afzender.
Select Receivers: Selecteer de ontvanger. Er kunnen maximaal 3 ontvangers worden geconfigureerd.
Receiver: De naam van de te informeren gebruiker.
Receiver's Address: Het e-mailadres van de te informeren gebruiker.
Enable Attached Pictures: Markeer het selectievakje van Enable Attached Picture als u de alarmbeelden
als bijlage bij de e-mail wilt verzenden. Het interval is de tijd tussen twee aangrenzende alarmbeelden. U
kunt hier ook de SMTP-poort instellen en SSL inschakelen.
Interval: Het interval verwijst naar de tijd tussen twee acties van het verzenden van bijgevoegde foto's.
E-mail Test: Verzendt een testbericht om te verifiëren dat de SMTP-server kan worden bereikt.
6. Klik op Apply om de e-mailinstellingen op te slaan.
7. Klik op Test om te testen of de e-mailinstellingen werken. Het overeenkomstige venster met het
attentiebericht verschijnt. Zie Afbeelding 11.18.
11.2.8
NAT configureren
Doel:
Er wordt voorzien in twee manieren voor poorttoewijzing om de externe toegang te realiseren via segment
overschrijdend netwerk, UPnP™ en handmatige toewijzing.
UPnP™
Universal Plug en Play (UPnP™) kan het apparaat toestaan om naadloos de aanwezigheid van andere
netwerkapparaten op het netwerk te detecteren en functionele netwerkservices tot stand te brengen voor delen van
gegevens, communicatie enz. U kunt de functie UPnP™ gebruiken voor het inschakelen van de snelle verbinding
van het apparaat met het WAN via een router zonder poorttoewijzing.
Voordat u begint:
Als u de functie UPnP™ van het apparaat wilt inschakelen, dan moet u de functie UPnP™ inschakelen van de
router waarmee het apparaat is verbonden. Wanneer de netwerk-bedrijfsmodus van het apparaat is ingesteld als
multi-adres, dan moet de standaard route van het apparaat zich in hetzelfde netwerksegment bevinden als die van
het LAN-IP-adres van de router.
Stappen:
1. De interface netwerkinstellingen openen.
Menu > Configuration > Network
2. Selecteer het tabblad NAT om de interface poorttoewijzing te openen.
Gebruikershandleiding Netwerkvideorecorder
Afbeelding 11.18 Testen attentie-e-mail
168