Werking bedieningspaneel
5 Werking bedieningspaneel
5.1 Programmeren
5.1.1 Bedieningseenheid
Op de voorzijde van de frequentieomvormer bevindt zich
een bedieningspaneel, dat is onderverdeeld in 4 secties.
1.
6-cijferig leddisplay..
2.
Toetsen voor het wijzigen van parameters en het
wisselen van de displayfunctie.
3.
Indicatielampjes.
4.
Toetsen voor lokale bediening.
Waarschuwing
Alarm
Uitschakeling met blokkering
Tabel 5.1 Ledindicatie
Afbeelding 5.1 Bedieningspaneel
Alle gegevens worden getoond op een 6-cijferig
leddisplay, dat tijdens normaal bedrijf één bedieningsva-
riabele continu kan weergeven. Als aanvulling op het
display zijn er 3 indicatielampjes voor netvoeding (ON),
waarschuwing (WARNING) en alarm (ALARM). De meeste
parametersetups van de frequentieomvormer kunnen
rechtstreeks via het bedieningspaneel worden gewijzigd,
tenzij deze functie op [1] Geblokkeerd is ingesteld via
parameter 018 Blokkering voor datawijzigingen.
MG28M210
Snelgids
5.1.2 Bedieningstoetsen
[QUICK MENU] geeft toegang tot de parameters die tot het
Snelmenu behoren.
De toets [QUICK MENU] wordt ook gebruikt als een
parameterwijziging niet moet worden geïmplementeerd.
[CHANGE DATA] wordt gebruikt om een instelling te
wijzigen.
Als er rechts op het display 3 punten worden
weergegeven, bestaat de parameterwaarde uit meer dan 3
cijfers. Druk op [CHANGE DATA] om de waarde te zien.
De toets [CHANGE DATA] wordt ook gebruikt om een
wijziging van parameterinstellingen te bevestigen.
geel
rood
[+]/[-] worden gebruikt om parameters te selecteren en om
geel en rood
geselecteerde parameterwaarden te wijzigen.
Deze toetsen worden in de Displaymodus ook gebruikt om
te schakelen tussen uitlezingen van bedieningsvariabelen.
De toetsen [QUICK MENU] en [+] moeten gelijktijdig
worden ingedrukt om toegang te krijgen tot alle
parameters. Zie Menustand.
[STOP/RESET] wordt gebruikt om de aangesloten motor te
stoppen of om de frequentieomvormer te resetten na een
uitschakeling (trip).
Kan worden ingesteld op [1] Actief of [0] Niet actief via
parameter 014 Lokale stop/reset. In de displaymodus
knippert het display als de stopfunctie is geactiveerd.
LET OP
Als de toets [STOP/RESET] in parameter 014 Lokale stop/
reset is ingesteld op [0] Niet actief en er geen
stopcommando is via de digitale ingangen of seriële
communicatie, kan de motor alleen worden gestopt door
de netvoeding naar de frequentieomvormer te
onderbreken.
[START] wordt gebruikt om de frequentieomvormer te
starten. De toets [START] is altijd actief, maar kan een
stopcommando niet opheffen.
Danfoss A/S © Rev. 2014-05-08 Alle rechten voorbehouden.
5
5
19