452169.66.10 · 09/2020 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP LI 16-A R
7 Montage
7.4.2 Montage van de buitentemperatuursensor
De temperatuurvoeler moet zo worden aangebracht dat alle weersinvloeden worden
geregistreerd en de meetwaarde niet wordt vervalst.
bevestiging aan de buitenwand en indien mogelijk aan de noordelijke/noordweste-
lijke zijde
niet op "beschutte plek" (bijv. in een muurnis of onder het balkon) monteren
niet in de buurt van ramen, deuren, ontluchtingsopeningen,
buitenlampen of warmtepompen aanbrengen
in geen enkel seizoen blootstellen aan direct zonlicht
-
Dimensioneringsparameters sensorkabel
Geleidermateriaal
Kabellengte
Omgevingstemperatuur
Installatiewijze
Buitendiameter
7.4.3 Montage van de contactsensor
De montage van de contactsensoren is alleen noodzakelijk, indien deze onderdeel is
van de leveromvang van de warmtepomp, maar niet ingebouwd zijn.
De contactsensoren kunnen als buiscontactsensor gemonteerd of in de dompelhuls
van de compactverdeler geplaatst worden.
Montage als buisinstallatiesensor
Ontdoe de verwarmingsbuis van lak, roest en tondel
Bestrijk het gereinigde oppervlak met warmtegeleidende pasta (dun aanbrengen)
Maak de sensor met de slangklem vast (trek goed vast, een losse voeler leidt tot fou-
tieve werking) en zorg voor thermische isolatie
Slangklem
Schlauchschelle
Wärmeisolierung
Warmte-isolering
7.4.4 Verdeelsysteem hydraulica
De compacte verdeler en hydraulische evenwichtsfles fungeren als interface tussen de
warmtepomp, verwarmingsverdeelsysteem, buffervat en evt. ook de sanitairwaterboiler.
In plaats van vele individuele componenten wordt hier een compact systeem gebruikt
om de installatie te vereenvoudigen. Meer informatie vindt u in de betreffende monta-
gehandleiding.
Cu
50 m
35 °C
B2 (DIN VDE 0298-4 /
IEC 60364-5-52)
4-8 mm
Retourtemperatuursensor
Anlegefühler
20
83321244