Montage- en bedieningshandleiding
WWP LI 16-A R
7 Montage
Wordt een ander dan het als onderdeel verkrijgbare luchtkanaal gebruikt, moet erop
gelet worden, dat de binnenste dwarsdoorsnede van de luchtaanzuig- en luchtuit-
blaaskant door het luchtkanaal niet verminderd wordt. Voor de afdichting naar de
warmtepomp kunnen de meegeleverde ''ringafdichtingen klein en groot'' gebruikt wor-
den, deze geven tegelijkertijd een reducering van trillingen in het koppelingselement
weer.
Met de grote ringafdichting kan de aanzuigopening van de warmtepomp ook direct aan
een overeenkomstige ontworpen muurdoorvoer worden geplaatst.
Verder dient erop gelet te worden dat de muurdoorvoer aan de binnenzijde beslist met
een thermische isolatie bekleed wordt, om volledige afkoeling resp. doorslaand vocht
in het muurwerk te voorkomen.
Bij het gebruik van een zeer kort luchtkanaal aan de luchtuitlaat moet aan de buiten-
muur van de muurdoorvoer een beschermingsrooster of luchtomleidingsrooster te wor-
den geïnstalleerd, die juist verhindert, dat lichaamsdelen (vingers en armen, in het bij-
zonder van kinderen) de ventilator in de warmtepomp aan kunnen raken.
Bij het gebruik van opgeflenste luchtkanalen wordt telkens een aansluitstuk op de aan-
zuig- en uitlaatzijde van de verdamper met 4 zeskantbouten M8 op de daarvoor be-
stemde schroefgaten (van de lange 6-kantmoeren) bevestigd. Daarbij dient erop gelet
te worden, dat beide aansluitstukken van het luchtkanaal uitsluitend met de isolatie en
niet met het apparaat in contact komen.
Bovendien moet op een passende trillingsontkoppeling en kanaalisolatie gelet worden.
M 8
16
452169.66.10 · 09/2020 · Rei
83321244