10.7
Sensoren van de elektronische persdrukindicatie instellen
RP000-224
De sensoren (3) van de elektronische persdrukindicatie bevinden zich aan de rechter en linker
machinezijde achter de zijkappen.
De volgende instelling aan de rechter en linker machinezijde op gelijke wijze uitvoeren:
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
ü De zijkap is geopend.
Sensorafstand instellen
Om de maat X tussen sensor (3) en stuurplaat (4) te controleren, de zwarte
voorselectiewijzer (1) op de hoogte van de rode persdrukindicator (2) instellen.
ð De bovenste rand van de stuurplaat (4) bevindt zich in het midden van de sensor (3).
Maat X controleren.
ð Als de maat X=3 mm bedraagt, is de instelling correct.
ð Als de maat niet X=3 mm bedraagt, moet de sensor (3) worden ingesteld.
De schroefverbindingen van de sensor (3) losdraaien of vastdraaien tot de maat X=3 mm
ingesteld is.
Stuurplaat instellen
Wanneer de controlelampen van de elektronische persdrukindicatie te vroeg of te laat gaan
branden, moet de stuurplaat (4) worden ingesteld.
De schroefverbindingen (5) losdraaien en de stuurplaat (4) in de langgaten verschuiven.
De trekkerelektronica inschakelen.
Met de hand de rode persdrukindicator (2) naar de zwarte voorselectiewijzer (1) bewegen
en controleren of de controlelampen pas gaan branden wanneer de wijzer over elkaar
staan.
Bellima F 130
Originele handleiding 150000148_08_nl
Sensoren van de elektronische persdrukindicatie instellen
zie
Pagina 26.
Instellingen
10
10.7
93