• Voer een grondige controle van de wachtwoordinformatie van alle gebruikers
uit, inclusief de standaardbeheerder (admin) om te voorkomen dat de informatie
bij derden terecht komt.
• Zorg ervoor dat het standaard beheerderswachtwoord (admin) onmiddellijk
wordt gewijzigd iedere keer nadat een nieuw persoon de taak van beheerder
overneemt.
• Als u zelfs maar heel even weggaat terwijl u "Instellingen (beheerder)" op het
bedieningspaneel gebruikt, zorg dan dat u op de knop [Beginscherm] drukt en
vervolgens op de toets [AFMELDEN] tikt om uit te loggen.
• Als u zelfs maar heel even weggaat terwijl u "Instellingen (beheerder)" op de
webpagina gebruikt, zorg dan dat u op de knop [Afmelden] klikt of de
webbrowser sluit om uit te loggen.
• Als [Beheerder] is opgegeven voor de [Authoriteitsgroep] van algemene
gebruikers in Gebruikersbeheer, kunnen de instellingen van de machine
worden gewijzigd op een manier die niet is bedoeld door de beheerder. Het
wordt aanbevolen om [Beheerder] niet op te geven voor andere gebruikers dan
de beheerder wanneer u gebruikers toevoegt/wijzigt.
• De wijziging van instellingen van Authoriteitsgroep die de taak van gebruikers
aanduidt is direct zichtbaar. Voor de gebruiker die op het moment van het
wijzigen van de instelling echter was ingelogd, wordt de oude instelling van de
Authoriteitsgroep van voor de wijziging toegepast voordat hij wordt afgemeld.
Daarom moeten dergelijke gebruikers gewaarschuwd worden dat zij eenmaal
moeten uitloggen en weer moeten inloggen.
Overige waarschuwingen
Alle versleutelde gegevens die werden geëxporteerd onder de
gegevensbeveiliging en die werden ingeschakeld voordat deze kit werd
geïnstalleerd kunnen niet langer worden geïmporteerd nadat deze kit is
geïnstalleerd.
[Privé /apparaatgeg. initialis.] is een functie waarin alle gegevens in de machine
worden teruggezet naar de standaard. Alle gegevens die zijn opgeslagen op het
apparaat, zoals persoonlijke informatie, gebruikersinformatie en taakgegevens,
worden verwijderd na het uitvoeren van deze functie en alle instellingsinformatie
wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen. Deze functie moet worden
uitgevoerd wanneer de machine wordt afgevoerd of de machine van eigenaar
wisselt.
• Deze functie kan alleen door be beheerder vanaf het bedieningspaneel worden
uitgevoerd.
• Initialiseren wordt uitgevoerd door op de toets [Uitvoeren] te tikken in de
[Systeeminstellingen] → [Beveiligingsinstellingen] → [Privé /apparaatgeg.
initialis.] van "Instellingen (beheerder)", en vervolgens op de toets [OK] te tikken
in het weergegeven uitvoerbevestigingsbericht.
4