39ZCN7030.fm 12 ページ 2019年11月18日 月曜日 午後4時36分
Brandstoftank en carburateur aftappen
WAARSCHUWING
Benzine is uiterst brandbaar en explosief.
Bij de omgang met benzine kunt u brandwonden of ernstig
letsel oplopen.
• Schakel de motor uit en laat hem afkoelen voordat u met
brandstof gaat werken.
• Houd warmte, vonken en open vuur uit de buurt.
• Werk alleen in de buitenlucht met benzine.
• Houd afstand tot uw voertuig.
• Veeg gemorste brandstof direct weg.
1. Koppel de brandstofleiding naar de motor af en tap de brandstoftank af
in een geschikte opvangbak. Als de brandstoftank een kraan heeft, draai
deze dan naar de stand OPEN of ON zodat de brandstof gemakkelijk
uitstroomt. Sluit na aftappen de brandstofleiding weer aan.
2. Draai de aftapschroef van de carburateur los en tap de carburateur af in
een geschikte opvangbak voor benzine. Draai na het aftappen de
aftapschroef in de carburateur weer stevig vast.
CARBURATEUR
AFTAPPLUG
CARBURATEUR
Motorolie
1. Ververs de motorolie (zie pagina 8).
2. Verwijder de bougies (zie pagina 10).
3
3. Giet 5–10 cm
(een à twee theelepels) schone motorolie in elke cilinder.
4. Laat de motor een paar seconden draaien door de motorschakelaar in de
stand START te zetten, zodat de olie goed in de cilinders wordt verdeeld.
5. Breng de bougies weer aan.
12
Voorzorgen bij stalling
Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur,
moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden
tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime afstand
van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een waterverwarmer of een
kledingdroger. Vermijd ook een plek met een elektromotor die vonken
produceert of waar elektrisch gereedschap wordt gebruikt.
Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest en
corrosie.
Zet de motor horizontaal neer bij het stallen. Door te kantelen kan er
brandstof- of olielekkage ontstaan.
Wacht tot alle brandstof uit de tank is gestroomd voordat u de
brandstofkraan uit de stand CLOSED of OFF zet, om lekkage van brandstof
tegen te gaan.
Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om stof
buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kunnen sommige
materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie als
afdekking tegen stof.
Onder zo'n niet-doorlatende afdekking blijft vocht rondom de motor achter
en verloopt roestvorming en corrosie sneller.
Verwijder een eventueel geïnstalleerde accu en berg deze op een koele en
droge plek op. Laad de accu eens per maand op zolang de motor in stalling
staat. Hiermee verlengt u de levensduur van de accu.
Uit stalling nemen
Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf GEBRUIKSCONTROLES
VOORAF in deze handleiding (zie pagina 4).
Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank
dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te
tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop van
tijd oxideert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten wordt
bemoeilijkt.
Als de cilinders ter voorbereiding op stalling werden geolied, zal de motor
heel even roken bij de eerste start. Dit is normaal.
TRANSPORTEREN
Als de motor heeft gedraaid, laat dan eerst minstens 15 minuten afkoelen
voordat u de motor op het transportvoertuig zet. Een hete motor en
uitlaatsysteem kunnen brandwonden veroorzaken en materialen doen
ontbranden.
Houd de motor horizontaal wanneer u deze vervoert, om de kans op lekkage
van brandstof te verkleinen. Als de brandstoftank een brandstofkraan heeft,
draai de brandstofkraanhendel dan naar de stand CLOSED of OFF.
NEDERLANDS