OPMERKING: Voor aanvullende informatie:
Raadpleeg sectie [983] voor het oplossen van problemen met de firmware-updates
l
Raadpleeg sectie [984] om de probleemstatus te bekijken
l
Zie sectie [985] voor probleemoplossing van de initialisatie van de radio
l
Probleemindicatie
Geen indicatie
Gele LED - AAN
permanent
Probleem-LED - 2
knipperingen
Gele LED - 5
knipperingen
Gele LED - 6
knipperingen
Communicator-probleemoplossing
tabel 10: Probleemindicaties
Getal prob-
Mogelijke oorzaken
leemindicatie
N.v.t.
Geen stroom
N.v.t.
Geen signaal
02
paneelsupervisie
05
Mobiel probleem
Probleem met
06
Controleer de elektrische aansluitingen tussen het
l
paneel en de kiezer.
Controleer of de PC-LINK-kabel goed is
l
aangesloten tussen de kiezer en het paneel.
Controleer of het mobiele netwerk functioneert
l
lokaal.
Zorg ervoor dat de antenne goed is aangesloten
l
op de radio. Controleer of het uiteinde van de
antennekabel goed is aangesloten op de radio.
Als er een externe antenne wordt gebruikt, zorg
l
dan dat de antenne stevig is vastgeschroefd op de
antennekabelconnector. Controleer de externe
antenne op schade of open/kortsluiting.
Controleer of in sectie [382] schakeloptie [5] AAN is
l
(Alternatieve communicator inschakelen).
Storing
Zorg ervoor dat de PC-LINK-kabel tussen het
l
paneel en de kiezer juist is aangesloten (niet
omgekeerd) en stevig op zijn plaats zit.
Controleer of de mobiele service beschikbaar en
l
actief is in uw regio.
Controleer alle antenneverbindingen.
l
Zorg ervoor dat de gemiddelde signaalsterkte CSQ
l
5 of hoger is. (Zie Table 7).
Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst in de
l
SIM-kaarthouder.
Zorg ervoor dat de SIM-kaart is geactiveerd (kan tot
l
24 uur na installatie duren).
Als het probleem aanhoudt, verplaats dan het
l
paneel (en de communicator) of installeer een
externe uitbreidingsset voor de antenne.
Raadpleeg de internetaanbieder om te bevestigen
l
dat de internetservice in het gebied actief is.
Zorg ervoor dat de ethernetkabel goed in de RJ45-
l
aansluitingen van de communicator en de
hub/router/switch is gestoken.
Controleer of het lampje voor de verbinding op de
l
hub/router/switch AAN is. Als het lampje voor de
verbinding UIT is, start dan de hub/router/switch op.
ethernet
Als DHCP wordt gebruikt, zorg er dan voor dat het
l
apparaat een toegewezen IP-adres van de server
heeft. Controleer in sectie [851] [992] of er een
geldig IP-adres is geprogrammeerd. Zo niet, neem
dan contact op met de netwerkbeheerder.
Als het probleem aanhoudt, vervangt u de
l
ethernetkabel en RJ45-connector.
21
Mogelijke probleemoplossing