Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Watervulling, -Stroom En -Kwaliteit - Daikin EWAP110MBYNN Montagehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor EWAP110MBYNN:
Inhoudsopgave

Advertenties

1
2
3
4
5
8
9
1
Waterinlaat van de verdamper
2
Debietschakelaar
3
Inlaatwatersensor
4
Waterinlaatleiding met debietschakelaar en de
waterinlaattemperaatuursensor
Victaulic
5
®
-koppeling
6
Tegenleiding
7
Lokaal waterleidingcircuit
8
Filter
9
Filterafsluitkap
Units met capaciteitsindex 110+140
Om de onderdelen van de units tijdens het transport niet te
beschadigen, zijn de waterinlaatleiding met de debietschakelaar
en de waterinlaattemperatuursensor en de wateruitlaatleiding
met de uitlaatwatertemperatuursensor niet in de fabriek
gemonteerd.
De waterinlaatleiding met de debietschakelaar en inlaat-
watertemperatuursensor aansluiten:
De waterinlaatleiding met de debietschakelaar en inlaat-
watertemperatuursensor is aan de kant van de waterinlaat
van de verdamper gemonteerd en is voorgeïsoleerd.
Snijd de kabelbinders door en maak de leiding met de
bijgeleverde
Victaulic
verdamperinlaat.
De wateruitlaatleiding met de uitlaatwatertemperatuursensor
aansluiten:
De wateruitlaatleiding met de uitlaatwatertemperatuursensor
is aan de kant van de wateruitlaat van de verdamper
gemonteerd en is voorgeïsoleerd.
Snijd de kabelbinders door en maak de leiding met de
bijgeleverde
Victaulic
verdamperuitlaat.
Na de installatie van de waterinlaat-
en -uitlaatleidingen is het in het geval
van units met een capaciteitsindex
110+140 en voor andere units als
een algemene regel aanbevolen om
te controleren hoe diep de watertemperatuursensoren in de
aansluitleidingen steken voor het systeem in gebruik wordt
genomen (zie afbeelding).
Het filter aansluiten
De bij de unit geleverde filterkit moet met behulp
van de bijgeleverde
de waterinlaat van de verdamper worden
geïnstalleerd zoals te zien in de afbeelding. Het
filter heeft mazen met een diameter van 1,0 mm
en beschermt de verdamper tegen verstopping.
Een verkeerde installatie van het bijgeleverde
filter zal de apparatuur ernstig beschadigen (de
verdamper kan bevriezen).
Een lokaal geleverde aftappoort voor het spoelen van koelstof
en opgehoopt materiaal van binnen het filter kan op de
filterafsluitkap worden aangesloten.
EWAP110~340MBYNN
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW22676-1B
5
6
5
5
®
-koppelingen
vast
aan
®
-koppelingen
vast
aan
≤ 50 mm
Victaulic
-koppelingen voor
®
Aansluiten van de tegenleidingen
7
Las de bijgeleverde tegenleidingen aan de uiteinden van het
watercircuit en sluit ze aan op de unit met de bijgeleverde
Victaulic
-koppelingen.
®
2
Alle lage punten van het systeem moeten worden voorzien van
afvoerstoppen. Dit maakt het mogelijk om bij onderhoud of
volledige stopzetting van het systeem het hele circuit te laten
afvoeren.
3
Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge punten in het systeem.
De ontluchtingspunten moeten zich op gemakkelijk toeganke-
lijke punten bevinden.
4
Afsluitkranen moeten voorzien worden rond de eenheid, zodat
normaal onderhoud kan uitgevoerd worden zonder het systeem
te laten leeglopen.
5
Trillingsdempers worden aanbevolen in alle leidingen die
verbonden zijn met de koeler om spanningen in de leidingen en
overbrenging van trillingen en geluid te voorkomen.
6
Bij units in een DICN configuratie met een gemeenschappelijke
wateruitlaatbesturing
voorzien voor de bijkomende watertemperatuursensor. De
sensor en sensorhouder zijn als opties verkrijgbaar.
Die inbrengopening moet van het type 1/4" GAS binnendraad
zijn en gelegen zijn in de gemengde waterstroom van de
waterkoelers.
De top van de sensor moet zich bevinden in de waterstroom en
de rechte leiding (L) moet minstens 5x de leidingdiameter (A)
bedragen voor de sensor.
Let bij de keuze van de inbrenglocatie op dat de sensorkabel
(12 m) lang genoeg is om te worden bevestigd op de
hoofdprintplaat.
de
W
ATERVULLING
Om een probleemloze werking van de unit te verzekeren moet de
waterstroom door de verdamper binnen het werkingsbereik zoals
aangegeven in de onderstaande tabel liggen en is er een minimaal
de
watervolume in het systeem vereist.
Type
EWAP110
EWAP140
EWAP160
EWAP200
EWAP280
EWAP340
Het minimale watervolume v [l] in het systeem moet voldoen aan
onderstaande criteria:
Q
hoogste koelcapaciteit van de unit bij de laagste capaciteitstrap
binnen het werkingsbereik (kW)
t
antipendeltimer van de unit (AREC)/2(s)=300 s
C
specifieke verwarmingscapaciteit van de vloeistof (kJ/kg°C) =
4,186 kJ/kg°C voor water
∆T
temperatuurverschil tussen het starten en stoppen van de
compressor.
∆T=a+2b+c
(voor aanduiding van a, b en c, raadpleeg de
gebruiksaanwijzing)
LET OP
Bij units in een DICN-configuratie moet de minimaal
benodigde waterstroom in het systeem gelijk zijn aan
het grootste minimaal benodigd volume van elke
individuele waterkoeler in het systeem.
moet
een
inbrengopening
> 3
> 3
> 3
0 m
0 m
0 m
6 9
6 9
6 9
m
m
m
m
m
m
m
m
m
, -
-
STROOM EN
KWALITEIT
Minimale waterstroom
Maximale waterstroom
160 l/min
205 l/min
235 l/min
285 l/min
410 l/min
500 l/min
v>(Q/2)xt/(Cx∆T)
worden
640 l/min
825 l/min
940 l/min
1.140 l/min
1.640 l/min
2.000 l/min
Montagehandleiding
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ewap140mbynnEwap160mbynnEwap200mbynnEwap280mbynnEwap340mbynn

Inhoudsopgave