Inhoudsopgave
Advertenties
Apparaat bedienen
5.5.1 Korte pauze
5.5.2 Lange pauze en bedrijfseinde
5.5.3 Functie ontstekingsbrander controleren
Voorwaarde Gaskraan van het apparaat gesloten
18
Bij hernieuwde ingebruikname na pauzes moet de werking van
de ontstekingsbrander worden gecontroleerd om een ontploffing
te voorkomen.
1. Bedieningsknop Brander indrukken en in de stand „
Brander wordt uitgeschakeld.
Ontstekingsbrander blijft ingeschakeld.
2. Bedieningsknop Brander indrukken en in de stand „
Brander wordt ontstoken.
Brander brandt met maximaal vermogen.
Verwarmingszone is ingeschakeld.
Na langere stilstand moet het apparaat door een door de
gasleverancier goedgekeurde expert worden gecontroleerd.
1. Bedieningsknop Brander indrukken en in de stand „ " draaien.
Gastoevoer stopt.
Brander wordt uitgeschakeld.
Ontstekingsbrander wordt uitgeschakeld.
2. Gaskraan in de stand „ " draaien.
Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Gaskraan van het apparaat openen.
2. Bedieningsknop Brander in de stand „
ingedrukt houden.
Gas stroomt naar de ontstekingsbrander.
3. Ontstekingsbrander ontsteken (zie „Apparaat inschakelen en
uitschakelen").
Als de ontstekingsbrander niet ontsteekt: gaskraan van het
apparaat sluiten en contact opnemen met klantenservice.
Functie gecontroleerd.
Bedieningshandleiding
" draaien.
" draaien.
" draaien, indrukken en
Advertenties
Inhoudsopgave
