15 Bediening
15.1 Werkingsgebied
15.2 Gebruik van het systeem
15.2.1 Over het gebruik van het systeem
15.2.2 Over koelen, verwarmen, alleen ventileren en automatische werking
FCAHG71~140HVEB
Split-systeemairconditioners
4P561449-1B – 2021.07
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en vochtgehaltewaarden
om een veilige en efficiënte werking te verzekeren.
In combinatie met R410A-buitenunits
Buitenunits
RZQG71~140
RZQSG71~140
Binnenvochtigheid
(a)
Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water uit de unit druppelt. Als de
temperatuur of de vochtigheid buiten deze limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd
worden, waardoor de unit mogelijk niet functioneert.
Buitentemperatuur
Binnentemperatuur
Binnenvochtigheid
(a)
Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water uit de unit druppelt. Als de
temperatuur of de vochtigheid buiten deze limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd
worden, waardoor de unit mogelijk niet functioneert.
▪
Schakel de hoofdvoeding 6 uur vóór de inwerkingstelling in om de unit te
beschermen.
▪
Als de hoofdvoeding tijdens het gebruik wordt uitgeschakeld, wordt de unit
automatisch herstart zodra ze weer wordt ingeschakeld.
▪
De
luchtstroomsnelheid
kamertemperatuur of de ventilator kan onmiddellijk stoppen. Dit is echter geen
storing.
Buitentemper
–15~50°C droge
atuur
Binnentemper
12~28°C natte bol 10~27°C droge bol
atuur
Buitentemper
–15~46°C droge
atuur
Binnentemper
14~28°C natte bol 10~27°C droge bol
atuur
In combinatie met R32-buitenunits
Koelen
–20~52°C droge bol
17~38°C droge bol
12~28°C natte bol
kan
zich
automatisch
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
15
Bediening
|
Koelen
Verwarmen
–20~15,5°C natte
bol
–15~15,5°C natte
bol
(a)
≤80%
Verwarmen
–20~24°C droge bol
–20~18°C natte bol
10~27°C droge bol
(a)
≤80%
aanpassen
bol
bol
aan
de
63