① Antenne
Twee antennes per ontvanger. Antennes vangen het signaal van de zender op.
② RF-status-LED
◦
AAN = gekoppelde zender is ingeschakeld
◦
Knipperen = bezig met zoeken naar zender
◦
UIT= gekoppelde zender uitgeschakeld of zender ontkoppeld
③ Knop 'group'
Houd deze twee seconden ingedrukt om handmatige groepsbewerking in te schakelen.
④ Knop 'link'
Druk hierop om de ontvanger handmatig aan een zender te koppelen of om de functie Extern-ID te activeren
⑤ Kanaal
◦
Druk hierop kort om een kanaalscan te starten
◦
Houd deze 2 seconden ingedrukt om handmatige kanaalbewerking in te schakelen
⑥ LCD-scherm
Geeft status van ontvanger en zender weer.
⑦ Knoppen 'gain'
Druk hierop om de zendergain te vergroten of te verkleinen in stappen van 1 dB.
⑧ Laadindicator accu
Licht op wanneer de accu zich in het laadcompartiment bevindt:
◦
Rood = accu wordt opgeladen
◦
Groen en knippert = acculading > 90%
◦
Groen = accu is opgeladen
◦
Oranje en knippert = laadfout, vervang accu
⑨ Laadcompartiment accu
Hiermee worden de zenderbatterijen opgeladen.
⑩ Aan/uit-schakelaar
Hiermee wordt de unit in- of uitgeschakeld.
Shure Incorporated
8/32