BEDIENINGSINSTRUCTIES
DE ROTATIEAANDRIJVING MET VARIABELE SNELHEID
ROTATIEAANDRIJVING OP DE SNIJCILINDER
De rotatieaandrijving wordt bevestigd aan het uiteinde van de
snijcilinderschacht of aan een onderdeel van het aandrijfsysteem.
Raadpleeg de fabrikant van de snijmachine voor een correcte
plaatsing en bevestiging van de rotatieaandrijving. Bepaal aan
welke kant de rotatieaandrijving moet worden bevestigd. Dit is in
het algemeen hetzelfde aandrijfsysteem gebruikt voor backlappen.
Zie AFB. 22.
Bevestig de rotatieaandrijving op de betreffende kant.
Bij het rondslijpen moet de snijcilinder in dezelfde richting als de
slijpschijf draaien. Zie AFB. 23.
Maak u eerst vertrouwd met de regelaars en koppelingen/
aandrijvingen voordat u de rotatieaandrijving plaatst. Zie AFB. 24.
KNOP A:
Past de snijbalk aan om de aandrijving omhoog en omlaag te
bewegen.
KNOP B (2 stuks):
Hiermee kan de rotatieaandrijving worden losgemaakt en
verwijderd.
KNOPPEN C EN D:
Hiermee kan de rotatieaandrijving losgemaakt worden van het
ondersteuningsbalkframe en van kant naar kant bewogen worden.
Als u de rotatieaandrijving positioneert, is het noodzakelijk om
enkele van bovenstaande aanpassingen uit te voeren om de rotatie-
eenheid correct met de snijcilinder uit te lijnen.
- VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE INSTRUCTIES -
KNOP A
36
AFB. 23
KNOP B
KNOP D
KNOP C
AFB. 24
AFB. 22